“Veelplegers”
Zowel mijn kantoorgenoten als ik hebben een aantal cliënten die veelbetekenend “veelplegers” worden genoemd, mensen die zeer regelmatig met justitie in aanraking komen, meestal vanwege winkel- en fietsendiefstallen of andere vermogensdelicten. Ze zijn vrijwel allemaal verslaafd aan het een of ander, vaak min of meer dakloos, verstandelijk beperkt en soms ook nog lijdend aan een of meer psychiatrische stoornissen. Hun situatie is al vele jaren uitzichtloos ondanks alle pogingen ze te laten afkicken, te begeleiden, te behandelen en hun schulden te regelen. Ik ben ervoor om daar mee op te houden omdat het de maatschappij niet zal helpen, schatten geld en capaciteit verslindt en hun kwaliteit van leven (die zeer slecht is) niet verbetert. Ik leg dat uit aan de hand van de situatie van een van die cliënten. Laten we hem Wesley noemen.
Wesley is verstandelijk beperkt, verslaafd aan cocaine, dakloos en lijdt aan schizofrenie. Wesley heeft meestal geen uitkering en slaapt bij kennissen, de daklozenopvang of buiten. Na een reeks van winkeldiefstallen waarvoor hij (vanwege zijn veelvuldige recidive) steeds 3 of 4 weken gevangenisstraf heeft gekregen die hij ook allemaal heeft uitgezeten, is hij in 2019 vanwege 3 winkeldiefstallen veroordeeld tot plaatsing in een Instelling voor Stelselmatige daders. Die plaatsing is in beginsel voor 2 jaar (zonder aftrek van voorarrest!). Het eerste deel van deze termijn breng je dan door in een gevangenis en wordt er een plan opgesteld, daarna naar een gesloten kliniek om te worden behandeld, dan een open kliniek en dan naar beschermd of begeleid wonen. Mocht je je tussentijds niet aan de afspraken houden, wordt de behandeling beëindigd en zit je het resterende deel van de 2 jaar (nogmaals: zonder aftrek van voorarrest) in de gevangenis uit.
Omdat de problemen van Wesley zodanig ernstig zijn, is de behandeling in 2022 beëindigd voordat hij goed en wel buiten aan de behandeling in de kliniek was begonnen. Dat betekende in zijn geval dat hij voor die 3 winkeldiefstallen 2 jaar en 3 maanden heeft gezeten. Het betekent daarnaast, dat er toen hij vrij kwam niets geregeld was. Geen huis, geen uitkering, geen huisarts, geen methadon, geen begeleiding, geen Reclassering, geen behandeling. Van een overdaad aan hulp naar helemaal niets. Je hoeft geen groot toekomstvoorspeller te zijn om te zien aankomen wat er vervolgens gebeurde.
In iets meer dan een jaar sinds hij vrij is gekomen, heb ik Wesley 12 x in de piket gehad. 12 x wegens een of twee winkeldiefstallen. Iedere keer heb ik hem gewaarschuwd: pas op, Wesley anders krijg je weer ISD, maar gelet op zijn beperkingen, stoornissen en verslavingsproblematiek, had ik het net zo goed tegen de muur van het politiebureau kunnen zeggen. Hij kan het gewoon niet.
In die twaalf zaken is hij een keer of 7 of 8 heengezonden met een dagvaarding. Dat betekent dat hij wordt losgelaten, maar wel bij de rechter moet verschijnen. Meestal komt hij daar niet opdagen, maar ik wel. In al die zaken heb ik van het vonnis van 3 of 4 weken gevangenisstraf, op zijn verzoek hoger beroep ingesteld omdat hij anders weer snel die straf uit zou moeten zitten. Met dat (volkomen kansloze) hoger beroep heeft hij daar 6-12 maanden uitstel van. In de andere 4 of 5 zaken is hij voorgeleid bij de rechter-commissaris en vervolgens gedagvaard bij de snelrechter. Dat betekent dat hij in die zaken de opgelegde straf (weer 3 of 4 weken per winkeldiefstal) direct uit heeft gezeten.
Stel je voor:
- 12 overlast gevende winkeldiefstallen
- 12 x politiemensen die de arrestatie doen in de stad
- 12 x de arrestantenwacht inschakelen
- 12 aangiften opnemen en getuigen horen
- 12 x de hulpofficier inschakelen
- 12 x een vroeghulprapport van de Reclassering
- 12 x parketmedewerkers en griffiemedewerkers die de zaak voorbereiden
- 12 x een Officier van Justitie
- 4 of 5 x een Rechter-commissaris
- 4 of 5 x de griffier van de Rechter-Commissaris
- 4 of 5 x de parketpolitie
- 4 of 5 x vervoer naar de rechtbank
- 4 of 5 x vervoer naar het Huis van Bewaring
- 12 x een politierechter
- 12 x een zittingsgriffier
- 12 x een advocaat
- 12 x verkort proces-verbaal en vonnis opmaken
- 7 of 8 x uitgewerkt proces-verbaal en vonnis opmaken ivm hoger beroep
- 7 of 8 keer dagvaarding opstellen en betekenen ivm hoger beroep
- 7 of 8 x 3 raadsheren, een advocaat-generaal, een griffier en een advocaat in hoger beroep
- Alles dat ik nog vergeet
En dat allemaal voor een man die er echt helemaal niks aan kan doen dat hij moet stelen om in zijn levens- en verslavingsonderhoud te voorzien. Die nooit zal genezen (want schizofrenie), die nooit intelligent zal worden (want verstandelijk beperkt) en die vanwege die uitgangspositie nooit zal afkicken. En toch blijven we voortmodderen en is het systeem niet of nauwelijks in staat de overlast te verminderen, de kosten en de capaciteit te sparen en de kwaliteit van leven van Wesley (en honderden zoniet duizenden zoals hij) te verbeteren.
Het cynische van dit alles is dat Wesley vanwege zijn “woonplaats” steeds terechtkomt bij de rechtbank Gelderland. U weet wel, de rechtbank op wiens verzoek het OM 1500 zaken door de shredder heeft gehaald vanwege capaciteitsgebrek…… Waar zou dat capaciteitsgebrek nu toch vandaan zijn gekomen?
Ik pleit ervoor om deze groep mensen om te beginnen geen “veelplegers” meer te noemen. Het zijn namelijk mensen zoals u en ik, alleen met heel veel meer problemen die het onmogelijk maken nog ooit “normale” burgers te worden. Vang ze op in speciale woonvormen met begeleiding, waar gebruik wordt gedoogd en mogelijk zelfs (binnen zekere grenzen) wordt gefaciliteerd. Zorg dat ze altijd verzekerd zijn, altijd een (liefst gespecialiseerde) huisarts en psychiater tot hun beschikking hebben, zorg dat ze geen schulden meer kunnen maken (curatele) en dat hun oude schulden vervallen. Zorg er kortom voor dat ze niet meer hoeven te stelen en zodoende geen overlast meer veroorzaken en geen beslag meer leggen op capaciteit van al die betrokken organisaties. In Deventer hebben we daar een kleinschalig voorbeeld van. Die voorziening is altijd vol, maar het werkt.
Wesley komt volgende week weer vrij. Ik sta in de startblokken…..
Rode draad: schijn bedriegt.
De afgelopen jaren heb ik al vaak stukjes willen schrijven over uiteenlopende schandalen en eigen observaties waarbij het recht een rol speelt. De Toeslagenaffaire, de aardbevingen in Groningen, bestuurlijke maatregelen en ga zo maar door. Steeds heb ik er van afgezien, totdat ik de rode draad begon te zien die dit alles verbindt.
Nederland komt steevast in lijstjes over tevredenheid van de burgers, kwaliteit van de rechtstaat, ontwikkelingsniveau etc in de top 5, of in ieder geval in de top 10. Wie van buiten ons land kijkt, ziet ook een fantastisch land. Of, om met een filosoof die niet van visie houdt te spreken: een gaaf land. En ook voor de mensen zoals ik (om met een andere filosoof te spreken: de 6 en 7 vinkers) is dit een bijzonder prettig land waar alles goed geregeld is. Prima en betaalbare gezondheidszorg, prima onderwijs voor iedereen, veiligheid, toegankelijke en betaalbare rechtspraak en een goed sociaal vangnet.
Observatie 1: Ik zie al 30 jaar iedere dag een stroom mensen door mijn kantoor trekken voor wie dat allemaal niet geldt. Mensen die maar niet aan het werk komen, die arbeidsongeschikt (en dus verplicht arm) zijn. Mensen die ondanks alle mogelijkheden geen enkele school afmaken, terwijl heel veel van hen die capaciteiten best hebben. Armoede, onderontwikkeling, schulden, psychiatrie, huiselijk geweld, onmacht, verslaving, ik zie het iedere dag. Kortom: dit is een gaaf land, maar voor wie? Kennelijk lijden wij en degenen die die lijstjes maken aan collectief gezichtsbedrog.
Observatie 2: Het Recht. Ja, u kunt tegen iedereen en zijn moeder (en vooral ook de Staat) procederen en u krijgt ook een eerlijk proces. U gaat alleen wel alles verliezen. Dat zeggen ze er dan weer niet bij. De toeslagenouders hebben alle procedures tegen de Belastingdienst verloren, ondanks dat nu blijkt dat sprake was van institutioneel racisme. Die rechters (en de Raad van State) hebben het recht toegepast, dat wel. Al die kinderen die uit huis geplaatst zijn, zijn allemaal door rechters uit huis geplaatst. Ook die hebben het recht toegepast. Wat heeft al dat geprocedeer de Groningers met hun verzakte huizen en de mensen langs de Betuwelijn opgeleverd? En nog zo’n mooi voorbeeld: de Wet Openbaarheid van Bestuur. Je mag alles opvragen. Alles. Alleen je krijgt uitsluitend op twee woorden na zwart gemaakte stukken, waar niets uit op te maken is. Uit uw eigen dossier, nota bene. Uiteraard mag je daarvan ook allemaal in beroep. We zijn een fatsoenlijk land tenslotte. Helaas zal het u alleen niet baten. Al dat gezwart wordt meestal goedgekeurd door de rechterlijke macht in verband met de belangen of de veiligheid van de Staat. Er is zelfs een woord voor: De Rutte-doctrine.
Observatie 3: regels leiden in de praktijk vaak tot andere gevolgen dan per se beoogd. Beste voorbeeld is de mevrouw in de Bijstand die zo dom was te erkennen dat zij iedere week een tas boodschappen van haar moeder kreeg en een astronomisch bedrag aan uitkering moest terugbetalen omdat dat deel onterecht zou zijn verstrekt. Nog los van het feit dat deze harteloze opstelling (waarom zou je niet blij zijn voor deze mevrouw?) gewoon het gevolg is van de spijkerharde wetgeving (en alle procedures dus door mevrouw zijn verloren), valt op dat politici over elkaar heen buitelden om er schade van te spreken. Hoezo dan? Jullie hebben die regels toch zelf gemaakt?
Observatie 4: de verdachte moet kapot. En wel tot het eind van zijn leven. Wij juristen zijn allemaal opgevoed met het principe van de tweede kans. Je rekent af voor je misdaden en begint opnieuw. Desnoods helpen we je resocialiseren. Dat is allemaal al lang niet meer zo.
Naast de straf is er in de eerste plaats de ontnemingsvordering gekomen. Een aparte procedure waarin de rechter vaststelt hoeveel criminele winst je hebt genoten en hoeveel je daarvan moet terugbetalen aan de Staat. Alle denkbare verweren hiertegen zijn inmiddels afgewezen. Het maakt niks uit of je een sloeber bent die alles aan drugs of gokken heeft opgemaakt. Je hebt het voordeel gehad en dus moet je terugbetalen. Het maakt ook niks uit of dat volstrekt onmogelijk is (geen opleiding, geen baan, andere schulden, arbeidsongeschikt). Betalen zul je. Met volledige miskenning van het feit dat verreweg de meeste “misdaad” wordt gepleegd door mensen die geen andere opties in hun ellendige leven hebben. En natuurlijk: bij de vaststelling van het wederrechtelijk genoten voordeel zeggen rechters vaak dat u altijd om vermindering of kwijtschelding kunt vragen. Inderdaad. Dat kan. Wat ze er niet bij vertellen dat die verzoeken vrijwel allemaal en altijd worden afgewezen. Vaak met de mededeling dat u nu wel arbeidsongeschikt bent, maar dat dat niet zo hoeft te blijven. En dat u de Staatsloterij zou kunnen winnen of een erfenis zou kunnen krijgen (op dat laatste is bij de meeste clientèle de kans meestal nog kleiner dan het winnen van de Jackpot in de Staatsloterij). Alleen als u een 85-jarige uitbehandelde kankerpatiënt bent heeft u een kans(je). Ook hier: we hebben een prachtige procedure, maar winnen ho maar. Het CJIB incasseert vervolgens en kan bij niet betaling tot 3 jaar gijzeling vragen. Dat leidt dan bijvoorbeeld tot de absurde situatie dat iemand een taakstraf krijgt wegens een wietplantage, maar wel 3 jaar de bak indraait voor een ontnemingsvordering die hij nooit zal kunnen betalen. Na die 3 jaar moet je natuurlijk nog steeds betalen. Weer de deurwaarder, weer beslagen, torenhoge kosten en alle stress van dien.
Naast de ontnemingsvordering is er de schadevergoedingsmaatregel. Kort gezegd houdt die in dat de Staat de incasso van een in het strafproces toegewezen schadevergoedingsvordering overneemt en desnoods aan het slachtoffer voorschiet (na 8 maanden vruchteloos incasseren en tot € 5.000,= of het volledige toegekende bedrag bij zeer zware delicten). Daarnaast bepaalt de rechter het aantal dagen gijzeling (opsluiting) die de veroordeelde zou moeten ondergaan bij niet betaling. Als hij daarna vrij komt, moet hij overigens nog steeds betalen. Sloeber of geen sloeber. Vooruitzichten of niet. Arbeidsongeschikt of niet.
Deze beide maatregelen leiden ertoe dat veroordeelden ieder jaar weer moeten martelen om een betalingsregeling overeen te komen met het CJIB. Het CJIB stelt overigens ondanks het feit dat iemand moet leven van € 60,= in de week, vaak betalingsregelingen voor van € 150,= per maand. Puur omdat iemand niet gegijzeld wil worden, gaat men akkoord en moet vervolgens iedere weer maand hosselen om nota bene de Staat te betalen.
Vorenstaande ellende behoort inmiddels tot ons dagelijkse werk. Helaas was de Staat en dan met name de lagere overheid, van mening dat het allemaal nog niet erg genoeg was en heeft de bestuurlijke maatregelen ontdekt. Zonder dat al te juridisch te maken komt het er op neer dat de plaatselijke politie de burgemeester informeert over misdrijven en verdenkingen in diens ambtsgebied. De burgemeester kan vervolgens een woning of bedrijfspand sluiten voor een periode van 3-6 maanden nadat er bijvoorbeeld een wiet plantage in is aangetroffen. Dat u daardoor brodeloos wordt of dat uw minderjarige kindertjes ook op straat komen te staan doet er niet toe. Tijdens die periode valt er waarschijnlijk ook een brief op de mat van de woningbouwvereniging die u vraagt de huurovereenkomst op te zeggen. Dat doet u natuurlijk niet en dan volgt een procedure tot ontbinding en ontruiming van de huurovereenkomst. En, oh ja, u komt in Deventer, Apeldoorn en Zutphen (de zogenaamde Stedendriehoek) op een zwarte lijst waardoor u zich de komende 6 jaar niet kunt inschrijven als woningzoekende. En ook uw bloedjes van kinderen dus dakloos zijn. De wachttijd voor een sociale huurwoning is na die 6 jaar overigens 7-9 jaar. En, oh ja, denk niet dat u als huizenbezitter niets kan overkomen. Als de hypotheekverstrekker er lucht van krijgt (en rara hoe zou dat nou kunnen), wordt uw hypotheek opgezegd en uw huis openbaar geveild.
Dan is er nog de last onder dwangsom. Als de gemeente er lucht van krijgt dat u zich met verboden activiteiten bezighoudt, wordt u een last onder dwangsom aangezegd. Die houdt in dat u € 25.000,= moet betalen als u opnieuw de fout in gaat. En we maken een melding bij Veilig Thuis, die met de school van uw kinderen gaat praten en als u dat niet goed vindt een melding doet bij Jeugdzorg…… Dan is er nog de Belastingdienst. Daar krijgt u een brief van dat u inkomsten uit misdrijven hebt gehad, die worden geschat op € xxx,= en dat u daar 50% belasting over moet betalen en daarnaast een boete (meestal de overgebleven 50%) wegens het niet doen van een correcte aangifte. Tot slot willen ook de “Sociale” Dienst en de UWV een graantje meepikken en vorderen de aan u verstrekte uitkering terug. Dat laatste loopt pas echt in de papieren. En dit alles terwijl u niets had, niets heeft en vermoedelijk ook nooit iets zult hebben (want arm, onderonwikkeld, gestoord, verslaafd etc.) En last but not least: uw verblijfsvergunning wordt ingetrokken. Gaat u maar weer wonen in het land waaruit u als 2-jarige vertrok.
Ik zie regelmatig dat al deze maatregelen (ontneming, schadevergoeding, terugvordering uitkering, belastingheffing, bestuurlijke matregelen, ontruiming tegelijk op een en dezelfde persoon worden toegepast. Het spreekt voor zich dat u zich tegen al deze beslissingen kunt verzetten. Eerst mag u zienswijzen indienen (legt men naast zich neer), dan mag u een bezwaarschrift indienen tegen het besluit dat ondanks uw zienswijzen is genomen (heroverweging door het orgaan dat het besluit nam, dus volslagen kansloos), dan mag u in beroep bij rechtbanken en Raad van State. Ook die procedures gaat u glansrijk verliezen. Wat u ook verzint. Verweer tegen de verzochte ontbinding en ontruiming bij de Kantonrechter? Kansloos. Verweer bij verzochte uithuisplaatsing? Kansloos. Kort geding tegen de gedwongen verkoop va uw woning? Check uw bankvoorwaarden: kansloos.
Door al deze maatregelen samen worden mensen voor tientallen jaren volledig murw gemaakt. Ze doen niet meer mee in het arbeidsproces (waarom zou je?) en kiezen regelmatig voor nog meer misdaad omdat ze geen andere opties meer zien. Ik vertel in pleidooien graag dat een client mij belde met de volgende mededeling: “Ik wilde je toch even laten weten dat ik vandaag het laatste beetje van mijn ontnemingsvordering bij elkaar heb geknipt”. Lekker gewerkt, overheid……
Observatie 5: schuldhulp. Voor mensen die er niet meer uitkomen met hun schulden is de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen ontwikkeld. Die komt er op neer dat als u daarin wordt toegelaten, een bewindvoerder uw schulden en bezittingen inventariseert en uw inkomen de komende 3 jaar afroomt tot 10% beneden bijstandsniveau. Na die drie jaar wordt wat er is gespaard (na aftrek van de niet onaanzienlijke kosten van de bewindvoerder) verdeeld onder de schuldeisers. Dat mensen hierdoor drie jaar op hun gat blijven zitten en ook de crediteuren maar een fractie van hun vordering betaald krijgen is niet het grootste probleem. Het grootste probleem is dat je niet tot de WSNP wordt toegelaten als je schulden hebt die niet ter goeder trouw zijn gemaakt. Heeft u openstaande ontnemingsvorderingen, vorderingen van benadeelde partijen, terugvorderingen van de Sociale Dienst en UWV, bestuurlijke en andere boetes en ga zo maar door: u komt niet in de WSNP en zult tot het eind van uw dagen deurwaarders met alle kosten van dien, gijzeling en andere narigheid moeten verdragen.
Eigen schuld? Veel mensen zullen bij het lezen van dit stuk denken: jamaar, ze kunnen toch gewoon een baan zoeken, afkicken, stoppen met wiet kweken, naar school gaan enzovoorts. Nee. Heel veel mensen kunnen dat niet. Nogmaals: niet omdat ze niet willen, maar vanwege armoede, onderontwikkeling, schulden, psychische problemen, huiselijk geweld, verslaving of een combinatie van dat allemaal.
De Rode Draad: We hebben optisch een gaaf land gecreëerd waar alles er prachtig uit ziet, maar waar onder de streep grote problemen zijn. Daarnaast hebben we een bestuurlijke elite (jawel), de Minister-President voorop, die niet in staat is buiten haar eigen wereld of buiten haar eigen opvattingen te kijken. Op papier is de rechtsbescherming van de burger perfect op orde. Je kunt van alles in bezwaar en beroep, de toegang tot het recht is redelijk goed, maar echte bescherming tegen met name de overheid kunt je vergeten. Je kunt dat de rechter verwijten (die kan immers ook toetsen aan verdragen of als ze er helemaal niet meer uitkomen aan het Natuurrecht of het Ongeschreven recht), maar dat is teveel gevraagd. De rechter moet echte instrumenten hebben om onrecht te zien en er naar eigen inzicht een einde aan te maken.
Omdat ik niet alleen maar wat wil roepen heb ik in ieder geval de volgende aanbevelingen:
- Hervorm het bestuursrecht. Bied de burger echte rechtsbescherming of schaf het af.
- Kijk (vooraf of achteraf) wat regelgeving onder de streep, op de werkvloer, doet met mensen. Regels zijn er voor mensen en niet andersom. Kijk met een realistisch in plaats van een populistisch oog naar de negatieve effecten van ogenschijnlijk terecht strenge regels.
- Geef de rechter in veel wetten die burgers rechtstreeks raken, de discretionaire bevoegdheid een bepaalde regel niet of anders toe te passen gelet op de onredelijke gevolgen van de omstandigheden van het geval.
- Stop onmiddellijk met bestuurlijke maatregelen die in strijd zijn met de mensenrechten (huissluitingen) of als er al andere maatregelen getroffen zijn (ontneming bv).
- Leg het risico van kredietverlening bij de kredietverstrekker, niet bij de kredietnemer. Dat is immers iemand die geen geld heeft om iets direct te kopen. De kredietverstrekker is vaak een multinational. Laat na onderzoek door de bewindvoerder onder omstandigehden, boetes, ontnemingsvorderingen e.d. toe tot de WSNP. En hervorm die WSNP.
- Ook de overheid moet op de eigen blaren zitten. Als de overheid ten onrechte een uitkering of toeslag heeft verstrekt, moet de overheid de fout bij zichzelf zoeken en niet bij de burger. Er is namelijk geen begin van een machtsevenwicht tussen die twee.
- Stop ermee mensen tot het eind van hun dagen kapot te maken. Als er geen enkele ruimte is voor terugbetaling van criminele winst en geen enkel vermoeden dat iemand enig vermogensbestanddeel heeft, wijs dan de vordering af. Geef ons advocaten deugdelijke regels waarmee we dat kunnen afdwingen. Ontneming alleen waar het voor bedoeld is: afpakken van Porsches, huizen in Frankrijk en waterscooters, niet het stalken van sloebers.
- Investeer gigantisch in de GGZ en in de Jeugdzorg. Dat betaalt zich vanzelf terug in minder misdaad en minder ellende. Jarenlange wachtlijsten en slechte onderzoeken in verband met capaciteitsgebrek zijn onacceptabel.
Vanzelfsprekend zijn deze aanbevelingen niet compleet, niet volledig en vast ook niet geheel correct. Ik ben tenslotte maar deskundig op een deel ervan. Dat kan me niet schelen. Ze zijn bedoeld als discussiestuk. Ik houd me aanbevolen voor wijzigingen en aanvullingen. Laten we er voor iedereen een gaaf land van maken.
Kansen(on)gelijkheid
Deze zondagochtend heb ik de eerste aflevering gezien van Sander en de Kloof, waarin Sander Schimmelpenninck op bewonderenswaardige wijze zijn eigen privileges laat zien en onderzoekt wat dat met zijn kansen heeft gedaan. Ik vind het erg gedurfd dat hij zich, met zijn ouders en vrienden, kwetsbaar opstelt in deze (op zijn zachtst gezegd) kritische samenleving. Ik heb de komende afleveringen nog niet gezien, maar het lijkt erop dat dit nu eens wel een urgente serie gaat worden.
In deze eerste aflevering zegt een van de vrienden van Sander iets dat ik veel vaker heb gehoord: Je hebt hier allemaal dezelfde kansen, je kunt naar iedere school en als je wilt kun je alles bereiken, ook als je uitgangspositie war minder rooskleurig is. Op papier is dat natuurlijk zo, maar waarom zitten onze strafadvocatenwachtkamers dan dag na dag vol met mensen wie dat niet is gelukt? Waarom hebben zij die kansen niet gegrepen? Waarom kiezen ze voor een leven van armoede en ellende in plaats van hard te leren en hard te werken? Waarom slaagt er maar een enkeling in zich aan de haren uit het moeras te trekken? Ik ben er vrij zeker van dat die vraag in de komende afleveringen nog aan de orde zal komen, maar ik neem er toch een voorschot op.
Het merendeel van onze cliënten, komt uit een bubbel waarin armoede, achterstand, onderontwikkeling, huiselijk geweld, misbruik, psychiatrische- en persoonlijkheidsproblemen, inburgerings- en taalproblemen, verslavingen, discriminatie en andere narigheid aan de orde van de dag zijn. Al deze mensen worden daarnaast ook nog eens dag in dag uit “lastig gevallen” met herkeuringen, kortingen op hun uitkering vanwege allerlei vermeende overtredingen, sollicitatieplicht terwijl ze nog geen eenvoudig briefje kunnen schrijven of lezen, formulieren waarvan ze niets begrijpen, leerplichtambtenaren, huisbezoeken, verplichte cursussen en goedbedoelde werkervaringstoestanden, gezinsvoogden en andere bemoeizorg enzovoorts. Veel van deze “hulp” veroorzaakt nog eens extra stress in het toch al zo stressvolle leven dat ze leiden. Als gevolg van dat alles worden ze volgestopt met medicatie, want anders is hun leven onleefbaar.
Als ik moet schatten heeft 80 % van mijn clientèle een, maar meestal meerdere van deze problemen. Ik heb het weleens eerder gezegd: wie begint een leven in de misdaad met alle problemen van dien als je goed opgeleid, psychisch stabiel en succesvol bent? Zeer weinigen.
De afgelopen jaren is de schreeuw om hulp vanuit bijvoorbeeld de Jeugdzorg nooit weg geweest en nooit verstomd. Datzelfde geldt ook voor de wachtlijsten in de GGZ en overige zorg. Iedere professional weet hoe hoog de nood is en de politiek weet dat ook. Toch wordt er in het regeerakkoord gekozen voor een bezuiniging van € 500 miljoen op de Jeugdzorg, eufemistisch “de invoering van een eigen bijdrage” genoemd. En wie moet die bijdrage dan betalen? Dat leger van kanslozen dat toch al niets had waardoor de problemen in veel gevallen nu juist zijn ontstaan?
Onze Minister President laat geregeld zien hoe hij erover denkt: hij houdt niet van visie, is niet geïnteresseerd in de motieven van relschoppers in Rotterdam en ongelijkheid is “deel van onze samenleving”. Er is geen enkel elan om daar verandering in te brengen. De koopman wint het in dit land altijd van de dominee. We gooien miljarden weg aan een bedrijf als KLM (aanzienlijk meer dan de beurswaarde), maar een paar honderd miljoen voor het deel der natie dat zich dagelijks door de ellende van het leven sleept gaat te ver. Hoe is het mogelijk dat men zich niet afvraagt wat mensen beweegt om in de criminaliteit hun heil te zoeken, Rotterdam af te breken of het Museumplein op zondag onveilig te maken?
De oplossing zit niet in geld alleen. Het begint met de wil om te begrijpen waarom deze dingen gebeuren. Te begrijpen hoe het toch kan dat al die tienduizenden mensen die kansen, die er voor iedereen op papier zo mooi uitzien, niet grijpen. Ga eens met die mensen praten in plaats van over hen te praten.
Het overgrote deel van de bevolking heeft geen weet van het leven in deze bubbel. Ik had dat in ieder geval zeker niet totdat ik in de advocatuur ging werken. Ik betwijfel of de vrienden van Sander weleens echt en langere tijd in deze bubbel te gast zijn geweest, maar laat me graag verrassen. Het is namelijk van groot belang dat iedereen gaat beseffen wat een enorm deel van de bevolking dagelijks aan leed doormaakt, zodat we nieuwe leiders met een nieuwe bestuurscultuur kunnen kiezen die wel willen weten wat de oorzaken zijn en daar naar handelen. Ik heb het idee dat Sander Schimmelpenninck ons dat in de komende afleveringen gaat laten zien en ik maak voor die poging bij voorbaat een diepe en dankbare buiging.
Forensische economie
Preventie
De moorden op Derk Wiersum en Peter R. de Vries hebben er diep ingehakt in de Nederlandse maatschappij en in het wereldje van opsporing en strafrechtspleging in het bijzonder. Er lijkt iets veranderd. Alle aandacht voor de vele liquidatieprocessen dragen daar natuurlijk ook aan bij. Het beeld is ontstaan dat justitie de grip op de georganiseerde misdaad kwijt is. Het “Nederland Narcostaat” is weer niet van de lucht en om die reden schiet men in de oude reflex van “meer geld, meer bevoegdheden, meer kroongetuigen etc”.
Toch noemde PG Hofstee deze week (zij het natuurlijk in een bijzinnetje) het woord preventie, net als Hoofdofficier Michiel Zwinkels in de Telegraaf van 28 augustus. Maar hoe doe je dat in een land waar door de versnippering van het politieke landschap er maar 1 eindbaas is: Mark Rutte. Die zich heeft omringd met paladijnen die erop zijn uitgezocht om zo min mogelijk van hun departement te weten en daardoor doen wat de baas zegt. Sander Dekker op Justitie en Veiligheid is daar een schoolvoorbeeld van. De man had zero ervaring met de strafrechtspleging totdat hij er de baas van werd. In de afgelopen jaren heeft hij het hele veld van zichzelf en het ministerie vervreemd door iedereen met vage plannen tegen zich in het harnas te jagen. Plannen waarvan aan het demissionaire eind van de rit niets terecht lijkt te zijn gekomen met uitzondering van de invoering van een paar wetten waar echt iedereen (tot slachtofferhulp en de Reclassering toe) op tegen was.
Onze premier (hij is er al vaak op geciteerd) houdt niet van visie of ideologische vergezichten. Dat zijn olifanten die maar in de weg staan. Die houding wreekt zich bij het serieus werk maken van misdaadpreventie. Daarvoor is namelijk onderzoek nodig naar het hoe en waarom mensen zich tot de misdaad laten verleiden. Welke machinaties spelen daar? Wat voor beloften worden er aan welk soort mensen gedaan? Hoe verlopen dit soort carrières? Het meest pijnlijk was het wel bij de plunderingen ten tijde van de lockdown en de protesten daartegen. Rutte zei desgevraagd dat het hem geen lor interesseerde waarom iemand dit soort dingen zou doen. Je bent dus al 10 jaar de absolute eindbaas van een land en het interesseert je geen lor waarom mensen zoiets in reactie op draconische noodmaatregelen doen. Ik vind dat onbegrijpelijk.
Niet alleen sociologisch onderzoek is hard nodig, ook economisch onderzoek. Economisch? Zeker. Ik ben geen econoom (verre van dat), maar ook in de onderwereld gelden de economische wetmatigheden. Als er veel coke in beslag genomen wordt in de haven, daalt het aanbod en bij gelijkblijvende vraag stijgt dus de prijs. En dus ook het aantal winkeldiefstallen om dat te bekostigen. Nu er in de Coronatijd geen feesten en partijen waren, geen horeca en geen export en alle drugslaboratoria wel gewoon hebben doorgedraaid, is de speed en de XTC vanwege het enorme aanbod op dit moment dus juist gruwelijk goedkoop (speed € 4,= per gram en XTC € 200,= voor 1000 pillen. Iedere kleuter kan het betalen). Wat betekent dat voor de markt? En voor de concurrentie op die markt? De Taliban hebben de macht overgenomen in Afghanistan, van oudsher een enorme producent van heroïne. Moeten wij ervoor vrezen dat de markt binnenkort weer wordt overspoeld met goedkope heroïne om hun bewind te financieren? Gaan er dan weer veel mensen heroïne gebruiken? Wat doet dat met de prijs en het aanbod van andere drugs? En wat betekent dat voor de onderlinge verhouding met de coke- en speedleveranciers?
Stel we geven de productie, de handel en de verstrekking van alle soorten drugs (om ervan af te zijn) helemaal vrij. Wat doet dat met de concurrentie? En met de volksgezondheid? En hoe zit dat dan internationaal als het bij de buren gewoon wel strafbaar blijft? Hetzelfde geldt voor de arbeidsmarkt. Stel we reguleren het dmv overheidsproductie en we bannen de illegale productie en handel daardoor volledig uit (kansloos, maar stel). Wat denkt u dat degenen die tot voor kort de kost verdienden met wiet of speed dan gaan doen? Een baan zoeken of supermarkten beroven?
Moet er dan ook geen onderzoek worden gedaan waarom al die honderdduizenden al die drugs gebruiken? Is dat misschien om aan de kansloosheid en stress die in onze samenleving welig tiert te ontsnappen? En kunnen we dus niet beter onze aandacht richten op de vraagkant dan op de aanbodkant van de drugseconomie?
Er bestaan geen makkelijke oplossingen voor complexe problemen. Sommige problemen zijn ook niet op te lossen. Prima. Als dat de conclusie is van al dat onderzoek dan weten we dat tenminste en kunnen we leren om er mee om te gaan. Dat lijkt me beter dan nog meer bevoegdheden en verdere uitholling van onze rechten. Om te beginnen stel ik voor dat er een leerstoel forensische economie komt. Daar valt volgens mij erg veel van op te steken. Onderzoeksvragen zijn er genoeg.
Rectificatie
Op 23 september jl heb ik in het programma Jinek opgeroepen om Famke Louise en de andere gebruikers van de hashtag #ikdoenietmeermee te vervolgen vanwege opruiing, het oproepen tot het plegen van strafbare feiten, in het bijzonder het overtreden van de Coronamaatregelen. Hoewel Famke Louise na die uitzending tot inkeer lijkt te zijn gekomen, sta ik daar onverminderd achter. Ik vind het in deze tijd met vollopende ziekenhuizen en IC afdelingen namelijk ongehoord dat viruswaanzinnigen zonder te worden vervolgd kunnen oproepen om de maatregelen die ons allemaal moeten beschermen te ondergraven en te negeren. Wij plukken daar inmiddels allemaal de wrange vruchten van. Kritische vragen stellen, prima, maar laat de maatregelen over aan degenen die er wèl voor hebben doorgeleerd.
In dezelfde uitzending heb ik gezegd dat het hoog tijd is dat we mijnheer Willem Engel, de voorman van Viruswaarheid, voorheen Viruswaanzin, eens heel goed onder de loep nemen en dat hij bij 1 stap verkeerd zou moeten worden vervolgd omdat hij voortdurend oproept om de (Corona-)regels te overtreden. Ook daar sta ik onverminderd achter. Ik vind Willem Engel een gevaarlijke charlatan, die onder het mom van vrede en liefde, al dansend en knuffelend een agenda uitvoert gebaseerd op pseudowetenschappelijke kletskoek.
Zijn oproepen om toch vooral veel te knuffelen, de 1,5 meter belachelijk te maken, te demonstreren bij scholen en verpleeghuizen plat te bellen, alsmede het voortdurend anderszins downplayen van de gevaren van Corona (Wie stuurt Achmed (Aboutaleb) een portie HCQ, zink, vit D, vit C, Azi. dan is hij er weer zo bovenop), grenzen mijns inziens aan terrorisme. De definitie van een terroristisch oogmerk is immers volgens het wetboek van Strafrecht:
Het oproepen om en masse aangifte te doen tegen de burgermeester van Den Haag, het oproepen om en masse ziekenhuizen, gemeentes en teststraten te overspoelen met telefoontjes en brieven, Feyenoordsupporters oproepen in strijd met de waarschuwing van de burgermeester voor het gemeentehuis te juichen en te zingen, het oproepen om agenten onder burgerarrest te stellen wegens wederrechtelijke vrijheidsberoving, het vergelijken van de Coronamaatregelen met de Jodenvervolging, het voor nazi uitmaken van een minister, het ontkennen van de tweede golf, Engel kan het allemaal.
Ook het jargon past daar bij. Engel spreekt over “het regime”, “de dictatuur”, hij heeft het over “verraad”, “censuur” en over Nederland als “bezet gebied”, hij beweert dat er geen sprake is van een rechtstaat, verspreidt het verhaal dat kinderen aan mondkapjes kunnen overlijden en noemt het RIVM, de NOS en de rest van de media, politici en wie hem verder niet in zijn kraam te pas komt ongeloofwaardige organisaties of de honden en varkens uit Animal Farm van George Orwell.
Als Engel vervolgens zelf wordt ontmaskerd als de charlatan die hij is, slaat hij wild om zich heen. Hij begint rechtszaken, doet aangifte en laat sommaties verzenden. Zo ook aan mij (zie de bijlagen die ik op Twitter heb geplaatst). Ik heb namelijk in Jinek gezegd dat hij zou hebben opgeroepen een verpleeghuis plat te bellen en de aldaar werkzame medewerkers uit te schelden met o.a. “krijg de kanker”. Dat is inderdaad niet juist. Engel heeft zijn volgelingen letterlijk de volgende opdracht gegeven:
“Even een doe opdracht tussendoor. Ik krijg net een verontrustend bericht. Er is toch weer een verzorgingstehuis op slot gegaan. Guldenakker in Goirle….. tel 013-531****. We hebben geconcludeerd dat dit nooit meer mocht, en toch proberen ze het weer. Meld alle scholen die onrechtmatige verordeningen doorvoeren en natuurlijk alle verzorgingstehuizen”.
Vervolgens neemt Engel natuurlijk geen enkele verantwoordelijkheid als er bij het betreffende verpleeghuis bedreigingen en verwensingen binnen komen in de trant van: “Ik wens u een langzame, pijnlijke en eenzame dood in combinatie met ernstige ziektes” (Brabants Dagblad 23 september 2020). Hij zegt dat vervolgens erg spijtig te vinden. Ik las ergens dat Engel een brandje aansteekt, even wacht en dan met een schijnheilig gezicht de brandweer belt. En zo is het.
Ik ga er vanuit met het vorenstaande mijn onjuiste bewering bij Jinek voldoende te hebben gerectificeerd. Engel zal het er in ieder geval mee moeten doen.
Coronalessen
De afgelopen weken is er terecht veel gekrakeel geweest over de gang van zaken in strafzaken in Coronatijd. Terechte kritiek over niet functionerende videoverbindingen, timeslots van 45 minuten, advocaten die niet op de zitting mochten komen terwijl de officier dat wel mocht en ga zo maar door. Nu de ergste kruitdamp is opgetrokken en het stof neergedwarreld, kunnen we voorzichtig de balans opmaken of er ook positieve kanten zitten aan die gedwongen innovaties.
Als je advocaat in Deventer of elders buiten de grote steden bent, moet je voor iedere zaak naar een andere stad. Meestal naar Zwolle (68km op en neer), vaak naar Almelo (97 km), Arnhem (87 km) of Zutphen (31 km). Soms ook naar Leeuwarden (269 km) of Assen (260 km). Veel zittingen duren maar kort. De gemiddelde voorgeleiding bij de RC: 20-30 minuten ,raadkamer gevangenhouding: 10-20 minuten, bezwaar tegen de omzetting van een taakstraf: een half uurtje, klaagschrift beslag: 20-30 minuten, beklag tegen een ingevorderd rijbewijs: 20 minuten en een gewone proformazitting waar alleen een opheffings- of schorsingsverzoek wordt gedaan misschien 30 minuten. In uitzonderlijke gevallen duurt het allemaal langer. Dat betekent dat ik “normaal gesproken” 269 kilometer ( bij 100 km/uur plus parkeren, melden en wachten ca. 4 uur) rijd op en neer naar Leeuwarden voor een zitting van ca. een kwartier. De betreffende cliënt wordt (soms al om 6.00 uur) opgehaald in een Penitentiaire Inrichting ergens in het land en wordt vervolgens, meestal via meerdere stops op andere rechtbanken en politiebureaus, aangevoerd en na de zitting vaak pas laat en opnieuw met meerdere stops, weer teruggebracht. Al met al zijn dat dus dagelijks vele honderden ritten van advocaten en de Dienst Vervoer & Ondersteuning. Tienduizenden kilometers, honderden mensuren.
Voor veel van dit soort (met name raadkamer-)zittingen, is bovendien de aanwezigheid van de cliënt en zelfs die van de advocaat niet echt noodzakelijk. Vaak is er alleen een juridische vraag of vraagje aan de orde, soms alleen een feitelijke kwestie. Daar doet onze aanwezigheid weinig toe of af.
In Zwolle (waar alles beter is) doen wij al jaren videoraadkamerzittingen gevangenhouding. Tenminste, als iemand gedetineerd is in de PI Zwolle of de Karelskamp in Almelo. De raadsman/vrouw mag dan kiezen of hij/zij naar de PI gaat om de cliënt bij te staan of dat hij/zij naar de zitting op de rechtbank komt. De verbinding werkt vrijwel altijd prima, het geluid is uitstekend, je kunt je cliënt zien en hij kan jou zien. Wij waren er dus al aan gewend. In sommige gevallen ga je naar de PI (om de hand van de ene cliënt vast te houden) en in andere naar de rechtbank (om de rechters dringend in de ogen te kijken). Daar is nu dus de videozitting vanuit je eigen kantoor bij gekomen en verbindingen met alle Huizen van Bewaring en politiebureaus.
Als je de meeste advocaten voor de Coronacrisis zou hebben gevraagd wat ze van videoverbindingen vonden, hadden ze waarschijnlijk allemaal gezegd dat te verfoeien. Dat is ook wel begrijpelijk, want er gaat uiteraard wat verloren. Zo kun je je cliënt geen schop meer verkopen om te voorkomen dat hij nog meer onzin uitkraamt en ook de bodylanguage gaat goeddeels verloren. Aan de andere kant zijn er ook voordelen, zoals wij in Zwolle ook hebben gezien. Als de omstandigheden en verbindingen goed zijn en je de zaak met je cliënt kunt voorbespreken, blijken advocaten en cliënten als ze er eenmaal aan gewend zijn, veel minder negatief. Veel cliënten hebben weinig zin om de hele dag in de bus te zitten. Anderen zien het vooral als een dagje uit. Het bespaart iedereen veel tijd en moeite. Ook voor de advocaat. Die kan immers op dezelfde ochtend een raadkamer in Leeuwarden, een in Arnhem en een in Zwolle doen en hoeft zijn cliënten dus niet meer met een vervanger op te zadelen. Het bespaart daarnaast CO2, benzine, reistijd- en kilometervergoeding, het vermindert files en de druk op DV&O en de politie en ga zo maar door.
Nu de infrastructuur er is (die was er zonder Corona nooit of pas over 50 jaar gekomen….), moeten wij ons afvragen wat nog normaal is. Of we niet via veilige verbindingen ook verhoren bij kunnen wonen, cliënten kunnen spreken zonder de beperkingen van tijdslimieten, spreekkamerbezetting, en bloktijden. Zonder de ellende van de terugbelverzoeken, bezoekafspraken, Teleonarigheid en ga zo maar door. Zou het niet fantastisch zijn als je desnoods een paar keer per week met een cliënt kunt videobellen?
We zouden kunnen beginnen om na de Coronacrisis op vrijwillige basis (en met een aantal mitsen en maren) de videozitting “erin te houden” en de videoverbindingen uit te breiden naar gesprekken met gedetineerde cliënten. Ik voorspel dat er heel veel advocaten en cliënten zijn die over hun aanvankelijke scepsis heen zullen stappen en zien dat in veel gevallen de nadelen echt niet opwegen tegen de voordelen. Niet voor de cliënt, niet voor de verdediging en niet voor de samenleving.
Alles beter in het Oost’n?
Met enige regelmaat zeg ik op Twitter à la Finkers dat in het Oosten alles beter is, als een soort kwinkslag naar de rest van het land. Ik begin mij naar aanleiding van wat ons allemaal overkomt in de Coronacrisis alleen af te vragen of het wellicht niet echt zo is.
In het Oosten zijn de lijnen kort. Dat is zo omdat wij (alle partijen betrokken in het strafproces) elkaar zeer regelmatig spreken. Ik som even wat overlegjes op:
- *Overleg Deken-President Rechtbank- Hoofdofficier. Minstens 4x per jaar en desnodig ook bijgewoond door de betreffende portefeuillehouder. In Coronatijd iedere week.
- *Strafketenberaad. 4x per jaar georganiseerd door het parket Oost-Nederland. Alle betrokken partijen worden hiervoor uitgenodigd en verschijnen daar ook: Rechtbank, OM, Balie, Politie, Reclassering, PI’s, Psychiatrie, NIFP, Jeugdzorg/Kinderbescherming e.d. Ieder kan onderwerpen of problemen aanleveren ter bespreking of voordrachten houden omtrent nieuwe ontwikkelingen, deskundigen komen praatjes houden, OM deelt doorloopcijfers etc. Na afloop is er ruimte voor informeel overleg.
- *Arrondissementaal Juridisch Beraad. Ook georganiseerd door het parket Oost-Nederland. 3 tot 4 x per jaar naar aanleiding van een bepaald actueel onderwerp. Alle bovenstaande partijen worden weer uitgenodigd als het onderwerp voor hen van belang zou kunnen zijn. Ook schuiven eventueel burgermeesters, geneesheer-directeuren of andere derden aan. Nadien weer volop ruimte voor informeel overleg.
- *Arrondissementaal Platform Jeugdcriminaliteit. Ca. 4x per jaar overleg over jeugdrecht met alle betrokken partijen: De jeugdinrichtingen, NIFP, Politie, Gemeenten, Jeugdbescherming, Rechtbanken, OM, Advocatuur, Jeugdreclassering, Raad voor de Kinderbescherming etc.
- *Smeerolieoverleg. Onregelmatig, maar zeker 2 x per jaar. Overleg(je) tussen de Sectorvoorzitter Straf van de rechtbank Overijssel en de portefeuillehouder strafrecht uit de Raad van de Orde, aangevuld met een vertegenwoordiger van de Almelose Strafbalie. In Coronatijd wekelijks.
- *Jaarlijks overleg tussen de leden van de Raad van de Orde en alle sectorvoorzitters en het gerechtsbestuur. In verband met Corona nu vaker per Skype.
- * Jaarlijks overleg tussen de sectorvoorzitter straf van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en de Deken en portefeuillehouder strafrecht Overijssel.
Ik wil niet beweren dat ik er altijd ben, maar wel bijna altijd. Dat levert in de eerste plaats op dat je elkaar kent en elkaar kunt bereiken. Ik beschik over alle mobiele nummers van de hiervoor genoemde personen. Ook de President, de Hoofdofficier en de baas van de politie nemen altijd op als ik bel, of bellen dezelfde dag terug. Appen, mailen en sms’en mag ook.
Uit al deze contacten is onder andere ook voortgevloeid dat wij 2x per jaar de rechtstreekse e-mailadressen krijgen van alle Officieren van Justitie en alle doorkiesnummers van de politie. Dat was even wennen, maar inmiddels wil niemand meer anders. Het bespaart ons allemaal heel veel tijd. Ik besef dat vaak pas weer als ik 6x moet bellen en 4x moet mailen om een Officier van Justitie in Noord-Holland aan de lijn te krijgen.
Daardoor kunnen wij ons ook gemakkelijk laten horen als ons iets niet bevalt of als er iets niet goed gaat. Ik ben er van overtuigd dat dat ook de reden is waarom een klaagschrift beslag, een bezwaar tegen de omzetting van een taakstraf of een klaagschrift tegen de inhouding van een rijbewijs “bij ons” binnen 1-3 weken op de zitting staat. Hier wordt het ook normaal gevonden dat je je cliënt die op het bureau zit zo vaak je dat wil en zo lang als je dat wil telefonisch kunt spreken met de looptelefoon. Bij de planning van een zaak word je gebeld. Er kan gevráágd worden of je op een bepaalde datum wellicht een vervangende collega hebt, maar als je dat niet wil, wordt de zaak niet op die datum gepland. Daar staat dan wel weer tegenover dat wij niet tegen de griffie zeggen dat we het komend half jaar verhinderd zijn (schijnt voor te komen). Als je aanhouding vraagt omdat je pas kort voor de zitting benaderd bent door de client, dan krijg je die aanhouding en word je niet afgescheept met de mededeling dat je de zaak dan maar niet aan had moeten nemen omdat je wist dat je verhinderd was. Daar staat dan wel weer tegenover dat wij daar geen misbruik van maken. Iedere advocaat kan bovendien bij ergernissen zijn of haar portefeuillehouder bellen en die kan het direct neerleggen waar het hoort. Ofwel in een van bovenstaande overleggen, ofwel gewoon rechtstreeks bij de betreffende sectorvoorzitter, bestuurder of Officier.
Een ander groot voordeel is dat je in al die formele en informele overleggen voortdurend het belang van de client/justitiabele en de advocatuur kunt uitleggen. Iedereen is namelijk vaak zo bezig met zijn eigen tuintje, dat hij/zij de rest van de wereld niet meer ziet. Dat geldt overigens ook voor ons. Ik heb al talloze malen meegemaakt dat de overige aanwezigen een soort aha-erlebnis hadden nadat ik iets vanuit ons perspectief had beschreven of uitgelegd. Op de langere termijn ontstaat er dan bij de overige partijen veel meer begrip van en respect voor de rol van de ander. Ik heb namelijk ook regelmatig zo’n aha-erlebnis gehad als iemand van het NIFP of de Politie iets uitlegde. Inmiddels wordt er uit diverse hoek regelmatig aan ons gevraagd: “Zien we iets over het hoofd? Wat hebben jullie nodig”?
Omgekeerd werkt het natuurlijk ook zo. Als de rechtbank of het parket bedenkingen hebben bij een advocaat of diens optreden, wordt de Deken benaderd, die de betreffende portefeuillehouder erbij betrekt. Er worden geen klachten ingediend of op hoge toon met elkaar gesproken. De Deken en de portefeuillehouder bezoeken de betreffende advocaat en gaan na of de bedenkingen terecht zijn. Soms is dat zo, maar soms ook niet. Er wordt met de advocaat gesproken ipv tegen de advocaat. Als iemand hulp of coaching nodig heeft, krijgt hij of zij dat, als er maatregelen nodig zijn worden die getroffen en een ander wordt vervolgens rechtstreeks terug gekoppeld aan degene die het signaal heeft afgegeven.
Voor deze manier van communiceren is wel vereist dat er bij alle partijen een grote mate van welwillendheid en vertrouwen is (en dat je geen mensen gaat lopen “stalken”. Iedereen heeft het druk). Die welwillendheid is er hier in het Oosten zeker. Vertrouwen en welwillendheid komen alleen niet uit de lucht vallen. Dat moet groeien.
Wat ook helpt is de nuchtere manier van doen in het oosten. Het gaat hier zelden of nooit om de persoon, de functie of de titel De hotemetoot met grenzeloze ambitie komt hier niet ver. Op moeilijkdoenerij volgt hier immers meestal niet meer dan: “O”. Hier staat niemand met de billen bij elkaar geknepen in de houding voor de President omdat hij de President is. Daar heeft deze President dan ook volstrekt geen behoefte aan.
De problemen die op Twitter worden gesignaleerd mbt videoverbindingen e.d. lijken hier (afgezien van de eerste week) niet te spelen (het viel zelfs Saskia Belleman op). Ik heb meerdere MK-zittingen gedaan die gewoon meer dan anderhalf uur duurden, zonder dat het (terecht!) veel bekritiseerde 45 minuten slot ging spelen. Naar ik begrijp omdat er meerdere slots waren geboekt en omdat er in overleg (daar is-ie weer) tussen de rechtbank, het OM en DJI (die elkaar kennen en elkaar regelmatig spreken) is geregeld dat het in de bajessen in Almelo en Zwolle gewoon kan.
De sfeer is hier zo dat het ondenkbaar is dat een verdachte wordt afgekapt als die 45 minuten om zijn. Ondenkbaar dat de rechtbank daarmee akkoord zou gaan. De verbindingen zijn uitgebreid getest en er zijn bij iedere zitting twee griffiers ipv één aanwezig. Eentje om te schrijven en de daartoe opgeleide ander om de verbindingen te fiksen of te herstellen. En er zit een IT-er op de tribune. Hier geen hulpeloze blikken naar links van rechters in paniek. Het beeld was (in ieder geval in mijn zittingen) uitstekend en het geluid ook. Jij kunt je client zien en je client kan jou zien. Deze rechtbank weet dat het goed moet zijn en heeft voldoende respect voor ons en onze cliënten om dat te regelen.
Natuurlijk zijn er dingen in het begin van de Coronacrisis niet gegaan zoals we dat liever hadden gezien en zoals het ook had gemoeten. Dat neemt niet weg dat er voortdurend overleg is geweest tussen de plaatselijke Orde, de President en de Hoofdofficier enerzijds en de sectorvoorzitter en de portefeuillehouder anderzijds. In een crisissituatie is alles anders, moeten belangen tegen elkaar worden afgewogen en bemoeit ook de hogere legerleiding zich ineens met de plaatselijke gang van zaken. Dat is als het goed is nu achter de rug. De rechtbanken krijgen/nemen hun autonomie als het goed is terug. Dat maakt ook onze invloed weer groter.
Ik schrijf dit stukje om te onderzoeken of het hier echt beter is. Als dat zo blijkt te zijn, kunnen andere gerechten en procesdeelnemers zien dat het ook op deze manier kan. Dat leidt namelijk tot betere rechtspraak. Ook of juist in Coronatijd. Als het in het Oosten kan, waarom dan niet in de rest van het land? Als het niet zo blijkt te zijn, zal ik het nooit meer zeggen.
Mocht u op grote problemen in Overijssel stuiten, dan weet u wie u moet benaderen. Ik hoor daarnaast graag of alles in het Oost’n inderdaad beter is.
Niemand mag het recht ontlopen
In de talkshow Op1 bepleitte OM-baas Gerrit van den Burg om de achterstanden die nu ontstaan bij de afdoening van strafzaken (5000 à 6000 per week), straks in te halen in de avonduren of zelfs in de weekenden. In ronkende OM-taal voegde hij eraan toe dat de inzet was dat “niemand het recht ontloopt”.
Op Twitter leidde deze aankondiging tot uiteenlopende reacties. Velen benadrukten dat er al tekorten en achterstanden waren voor de Coronacrisis, dat “de rek er echt uit was”, en dat er geen mensen waren om die zittingen te gaan doen. Advocaten mopperden terecht dat ze vaak al veel te hard voor veel te weinig moeten werken en dat er dan wel geld bij moest. Ik ben het daar onder de huidige omstandigheden niet mee eens.
Kijkend naar de normale situatie is het allemaal waar, maar de situatie ìs niet normaal. We zitten midden in een van de ergste crises van na de oorlog. Het einde ervan is nog niet in zicht en ik vrees dat de schade die wordt aangericht doordat de economie lange tijd grotendeels stil komt te liggen, nog jaren en jarenlang gevolgen zal hebben. We realiseren ons dat nog onvoldoende. In de VS 16,6 miljoen (and counting) werklozen erbij in 3 weken. Ook in de VS alleen vandaag 2.000 doden. Wat doet dat met de wereldeconomie? De economie moet uiteindelijk de rechtstaat betalen.
Bovendien vrees ik dat er Teeviaanse krachten zullen zijn die misbruik zullen willen maken van de situatie en onder het mom van: “niet zeuren over kleinigheden, het is crisis”, de verdedigingsrechten van de verdachte en wellicht ook de rechten van slachtoffers blijvend ondergeschikt zullen maken aan hun eigen agenda. Blijvend, dat wil zeggen: ook nadat Covid 19 zal zijn overwonnen.
Daarom vergelijk ik de situatie van rechters, officieren van Justitie, Advocaten, Bodes, politiemensen en al die andere betrokkenen met de situatie van artsen, verpleegkundigen, schoonmakers en andere betrokkenen in de gezondheidszorg. Er is een zodanig serieuze crisis gaande dat CAO-bepalingen, vakantiedagen, de 36-urige en 5-daagse werkweek net als in die sector zullen moeten wachten. Ja, we hadden het al erg druk. Maar we gingen wel volop op vakanties, wandelden, sportten, zaten op terrasjes en in restaurants, gingen naar musea en theaters. Dat kan nu even niet. Het is alle hens aan dek om de populisten de wind uit de zeilen te nemen. Het is alle hens aan dek om de strafrechtspleging overeind te houden.
Ik heb er eerder voor gepleit: open de Gerechten, doe met zoveel mogelijk veiligheidsmaatregelen zoveel mogelijk af. Als je de zittingen ook in de avonden en de weekenden doet, levert dat een veel grotere spreiding op. Minder mensen per zitting, minder mensen in de gerechtsgebouwen, minder contacten, minder risico. Deel, net als bij de Bouwmarkt handschoenen (en voor mijn part mondmaskers) uit, breng schermen aan en maak looproutes. Het is niet te verkopen dat zaken niet worden afgedaan. Niet aan de samenleving, niet aan de slachtoffers, niet aan onze cliënten. Niemand mag het recht ontlopen. Ook de rechter niet.
Alle zaken zijn urgent
We zitten in de derde week van de “Intelligente Lockdown”. De rechtspraak zit dicht en alleen de hoogst urgente zaken worden, meest zonder fysieke aanwezigheid, behandeld. Vandaag of morgen beslist het kabinet of dat zo moet blijven. Naarmate deze maatregelen langer duren bekruipt mij meer en meer het gevoel dat dat niet goed is.
Alles draait min of meer door. In de supermarkt sector werken honderdduizenden mensen, de bouwmarkten en andere winkels zijn open en ga zo maar door. Alleen de rechtspraak zit dicht. Dat wringt. Ja, er zijn zekere risico’s, maar die zijn er ook in de supermarkt. In bijna alle winkels zijn maatregelen getroffen. Plexiglazen schermen, linten, vakken, regels, ontsmetting. Dat kan bij de rechtbanken toch ook? Die gebouwen zijn bij uitstek geschikt om afstand te houden. Sterker nog: ook onder normale omstandigheden zit je vele meters van de rechter en de griffier af. Er is, zeker als en geen publiek is, voldoende capaciteit aan bodes en beveiliging om mensen langs verschillende wegen in en uit te laten gaan. Hang in iedere zaal een camera op met een livestreamverbinding zodat ook de openbaarheid is gewaarborgd. Als het in de Action kan (max. 60 mensen naar binnen), kan het in de rechtbanken zeker.
Rechtspraak is wat ons onderscheidt van de beesten. We kunnen dat niet maandenlang plat leggen. Mensen verliezen hun baan, zien hun kinderen niet, hebben geldnood. De rechtspraak is er om dat op te lossen. Dat kan allemaal niet wachten. Al was het maar om eigenrichting te voorkomen. Daarbij komt dat de rechtbanken zoals bekend al jaren onderbemand zijn. We schuiven nu een bult zaken voor ons uit die met duizenden per dag groeit. Wie gaat al die zaken oplossen als de wereld weer enigszins genormaliseerd is? Alle zaken zijn urgent. Maak een plan en open de gerechten!
Is de maximumstraf in het minderjarigenstrafrecht te laag?
Met enige regelmaat (ook vandaag weer bij monde van CDA kamerlid Madeleine van Toorenburg) duiken er, meestal naar aanleiding van een concrete strafzaak, artikelen in de media op die erg focussen op de straf die in het minderjarigen strafrecht maximaal kan worden opgelegd: 2 jaar jeugddetentie. Ook in geval van moord en doodslag, verkrachting, roofovervallen en ga zo maar door. Hoewel dit maximum bestaat is het zelden het hele verhaal.
De hoofdregels is dat kinderen tot 12 jaar niet kunnen worden vervolgd. Tussen 12 en 16 is de maximumstraf 12 maanden jeugddetentie en van 16 tot 18 24 maanden jeugddetentie. De rechter kan echter besluiten om in geval van een verdachte tussen de 16 en 18 jaar, het volwassenen strafrecht toe te passen, dat wil zeggen inclusief de maximale gevangenisstraf van 30 jaar en oplegging van TBS. Alleen levenslang kan niet worden opgelegd. De rechter zal dat doen als hij/zij daartoe grond vindt in de ernst van de feiten, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
Verder is het zo dat in de meeste gevallen naast de maximale jeugddetentie de maatregel van Plaatsing in een Jeugdinrichting zal worden opgelegd (PIJ). In de volksmond wordt de PIJ ook wel jeugd-TBS genoemd. De PIJ wordt opgelegd als sprake is van een ontwikkelingsstoornis of psychiatrische aandoening voor de duur van 3 jaar, waarvan het laatste jaar voorwaardelijk. Bij een gewelds- of zedenmisdrijf kan de maatregel verlengd worden tot 5 jaar, waarvan het laatste jaar voorwaardelijk en daarna in sommige gevallen met nog 2 jaar.
Indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen dat eist kan de PIJ na afloop van deze 7 jaren worden omgezet in TBS met dwangverpleging, die vervolgens steeds en onbeperkt kan worden verlengd. Theoretisch kan dat dus levenslang duren. Daarmee heeft de rechter een enorm instrumentarium tot zijn/haar beschikking om de maatschappij maximaal te beveiligen. Ook tegen diegenen die bij het plegen van het gronddelict minderjarig (vanaf 12!) zijn. Daarnaast biedt het minderjarigenstrafrecht de veroordeelde minderjarigen alle kansen op een nieuwe start en vaak broodnodige behandeling.
Als de rechter desondanks niet kiest voor toepassing van het meerderjarigenstrafrecht of oplegging van de PIJ, is er dus waarschijnlijk meer aan de hand. Dat kan van alles zijn. Ofwel de zaak is niet zo ernstig, of er is spraken van eigen schuld bij het slachtoffer,wat precies blijft vaak verborgen omdat minderjarigen nu eenmaal achter gesloten deuren worden berecht. Daar zijn goede redenen voor (bijvoorbeeld om te voorkomen dat een kind zijn/haar hele leven door die ene misstap zal worden achtervolgd), maar het beperkt de burger en de media wel om kennis te nemen van de redenen en overwegingen die hebben geleid tot het wel of niet toepassen van het meerderjarigenstrafrecht of het al dan niet opleggen van de PIJ.
De straf van maximaal 2 jaren lijkt laag, maar de jarenlange “Plaatsing in een Jeugdinrichting” voelt voor de veroordeelde zeker ook aan als straf. Zo’n jeugdinrichting wijkt namelijk nauwelijks af van een jeugdgevangenis. Het zijn, zeker in de beginjaren van de maatregel, zeer gesloten inrichtingen met, afhankelijk van het delict en de persoon van de dader, zware regimes. Bovendien maakt het feit dat je niet weet wanneer de maatregel eindigt, het er niet makkelijker. Onzekerheid is erger dan precies weten wanneer je de buitenlucht weer in mag.
Al met al duurt in de zaken waar de maatschappelijke verontwaardiging het grootst is, de straf relatief kort, maar de behandeling in gesloten inrichtingen relatief lang. Alles bij elkaar genomen is dat meer dan voldoende om minderjarigen, die vaak een ellendige achtergrond hebben, te helpen en tegelijkertijd de maatschappij te beveiligen en tegemoet te komen aan de gerechtvaardigde wens om de slachtoffers vergelding te bezorgen.
Wie betaalt de schade?
Mede naar aanleiding van de miljoenen aan schadevergoeding die er worden gevorderd door slachtoffers in de zaak van Jawed S., de man die ervan wordt verdacht mensen op het centraal station van Amsterdam, het volgende:
De afgelopen jaren klonk met grote regelmaat de gerechtvaardigde roep om het slachtoffer een grotere rol te geven in het strafproces. Op zich lijkt dat iets waar een mens niet tegen kan zijn. Bovendien is het voor buitenstaanders vaak moeilijk te verkroppen dat de problemen van verdachten een grote rol spelen in diens strafproces, waardoor de problemen van de slachtoffers, hun nabestaanden en familieleden onderbelicht lijken. Wie wil hun lijden, hen aangedaan door de verdachte, nu niet verlichten. Liefst ook ten koste van die verdachte? Dat is immers rechtvaardig en draagt bovendien bij aan een strengere bestraffing.
Deze roep, met grote graagte versterkt door de media, bleek niet aan dovemans oren gericht. In rap tempo is wetgeving doorgevoerd die het spreekrecht voor slachtoffers en de mogelijkheid van schadevergoeding heeft uitgebreid. De reden van dit alles is dat straf alleen onvoldoende genoegdoening lijkt te bieden. Niet alleen moet de verdachte luisteren naar hetgeen hij heeft aangericht, hij moet ook betalen. Het gevolg van deze wetgeving is dat rechters op grote schaal zijn begonnen om, conform de Wet, verdachten te veroordelen tot het vergoeden van vaak torenhoge schadevergoedingen.
Daarbij wordt vrijwel standaard de toepassing van de schadevergoedingsmaatregel uitgesproken. Dat laatste houdt in dat de Staat (het CJIB) de incasso van het toegewezen bedrag zal verzorgen zodat het slachtoffer dat niet zelf hoeft te doen. Bovendien bepaalt de rechter bij het vonnis de duur van de vervangende hechtenis bij niet-betaling (€ 50,= per dag met een maximum van 1 jaar). Om het slachtoffer nog verder tegemoet te komen, is daarbij bepaald dat de Staat alle schadevergoedingen tot € 5.000,= die niet binnen 8 maanden door de veroordeelde zijn betaald, voorschiet en de betaalde bedragen vervolgens verhaalt op de betreffende veroordeelde. Bij sommige feiten echter, is dat voorschieten nog ruimhartiger. Het maximum van € 5.000,= geldt namelijk niet bij onder andere: openlijk geweld, moord, doodslag, alle zedendelicten, mensenhandel, mishandeling, diefstal met geweld en afpersing (zie art. 2 van het Uitvoeringsbesluit Voorschot Schadevergoedingsmaatregel).
Nu wordt misdaad meestal niet bedreven door personen die hun (financiële) zaken goed op orde hebben. Sterker nog: het overgrote deel van de misdrijven wordt gepleegd vanwege uitzichtloze armoede, onderontwikkeling, verslaving, psychiatrische problemen en andere narigheid. Het is, kortom uiterst zelden dat een veroordeelde in staat is de aan hem opgelegde schadevergoeding te voldoen. Als er ooit geld is geweest, is dat vrijwel altijd al verbrast of opgesnoven tegen de tijd dat iemand wordt opgepakt. Daar komt in de ernstiger gevallen nog bij dat iemand aan wie een jarenlange gevangenisstraf wordt opgelegd sowieso niet in staat is iets te verdienen en dus te betalen.
Het gevolg van dit alles is dat de Staat dus in de meeste gevallen de toegekende schadevergoeding “voorschiet”. Dat loop aardig in de papieren. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak ECLI:NL:GHARL:2013:4608. In deze uitspraak kende het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een slachtoffer van mensenhandel (gedwongen prostitutie) een schadevergoeding toe van maar liefst
€ 870.000,=, zijnde het bedrag dat zij volgens het Hof met de prostitutie had verdiend en wat haar door de veroordeelde was afgenomen. Ik vermoed dat dit gehele bedrag door de Staat is “voorgeschoten” in afwachting van de incassomaatregelen die het CJIB op deze buitenlandse verdachte zal loslaten nadat deze zijn 6 jaren gevangenisstraf zal hebben uitgezeten…….
Die incassomaatregelen zullen bestaan uit het ofwel treffen van een, gelet op de draagkracht van een zojuist vrijgekomen gedetineerde, minimale afbetalingsregeling van een paar tientjes per maand die stopt zodra hij zijn thuisland weer heeft betreden, ofwel uit het executeren van de opgelegde vervangende hechtenis van een jaar (waarvan de kosten ca € 240,= per dag bedragen). In beide gevallen kan de Staat naar dit voorgeschoten, astronomische bedrag fluiten.
Ander voorbeeld: bij vonnis van de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2019:5135) is aan Noffel F. terzake moord een levenslange gevangenisstraf opgelegd en betaling van ca € 300.000,= aan de nabestaanden. Dat klinkt prachtig in ronkende persberichten, maar met het voorgaande in het achterhoofd, sluit ik niet uit dat dit volledige bedrag door de Staat zal worden voldaan. F. heeft immers levenslang.
Ik kan daar, ook niet met de gerechtvaardigde wens om slachtoffers schadeloos te stellen in het achterhoofd, de redelijkheid niet van inzien. Waarom zou de Staat en daarmee de belastingbetaler, voor die schade moeten opdraaien? Het tart alle wettelijke regels van het schadevergoedingsrecht en het maakt het bovendien lucratief een zo hoog mogelijk verzoek tot vergoeding van die schade in te dienen. Ook dat lijkt mij onwenselijk.
Ik ben benieuwd hoeveel de Staat de afgelopen jaren bij wijze van “voorschot” in totaal aan slachtoffers heeft voldaan en hoeveel daarvan is verhaald op de betreffende veroordeelden. Een mooi WOB-verzoek voor een journalist, lijkt me.
De verdachte moet betalen, maar als die dat niet kan en dus tot een jaar extra moet zitten, horen op de vergoeding dezelfde verjarings- en andere regels te gelden als in het gewone schadevergoedingsrecht.
Gratis
Naar aanleiding van de laatste nieuwsbrief van de Raad voor de Rechtsbijstand groeit de afgelopen week bij mij de boosheid. In die nieuwsbrief wordt namelijk “voor alle duidelijkheid” nog eens opgesomd voor welke werkzaamheden er (ook) geen vergoeding (meer) wordt toegekend. In mijn hoofd heb ik naar aanleiding daarvan deze week een lijstje gemaakt van werkzaamheden die niet werden vergoed. Het lijkt mij dienstig dat ook derden en bijvoorbeeld (straf-)rechters en Officieren van Justitie eens zien wat wij allemaal geacht worden gratis of bijna gratis te doen. Ik kom in ieder geval tot de volgende werkzaamheden (maar houd mij aanbevolen voor alles dat ik over het hoofd zie):
- Bijwonen hoger beroep tegen bevel voorlopige hechtenis;
- Bijwonen zitting mbt verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis;
- Bijwonen vordering opheffing schorsing voorlopige hechtenis;
- Pro Forma zitting (ter verlenging van de voorlopige hechtenis of schorsing of opheffing daarvan);
- Regiezitting (zitting waarop o.a. onderzoekswensen kenbaar kunnen worden gemaakt);
- Alle zittingen die buiten de schuld van de verdachte of de verdediging zijn aangehouden (verdachte niet aangevoerd, oproeping niet in orde, rapport niet af, deskundige niet verschenen en ga zo maar door);
- Bijwonen behandeling bezwaarschrift tegen beperkingen;
Al deze zittingen komen met grote regelmaat voor. Zeker bij een advocaat die zijn/haar best doet. Bijvoorbeeld door vaak te proberen u uit de voorlopige hechtenis te krijgen. Zeker als je kantoor niet in de vestigingsplaats van de rechtbank zit (zoals mijn kantoor), word je daardoor opgezadeld met heel veel onbetaalde uren. Wat voorbeeldjes: Zwolle is 68 km op en neer, Arnhem 87 km, Almelo 97 km en Leeuwarden 269 km. Neem daarbij mee dat je veelal over provinciale wegen moet, de stad in en de stad weer uit, parkeren en vervolgens lopen. Neem vervolgens mee dat je deze zittingen moet voorbereiden en bespreken met je (vaak gedetineerde) cliënt en dat er heel vaak gewacht moet worden omdat de zaak voor je uitloopt, je cliënt niet is aangeleverd of de stukken niet compleet zijn. Wie niet kan wachten doet er verstandig aan geen advocaat te worden. Al met al ben je met deze zittingen, die vaak maar kort duren, een halve dag kwijt.
En wat krijgen we er dan wél voor? Als gezegd: voor de voorbereiding, het bespreken met de cliënt, het wachten en de zitting zelf niets. Maar dan ook echt niets. De enige vergoeding is de reistijdvergoeding ( € 54,28 voor iedere volle 60 km). En daarnaast maar liefst € 0,09 per kilometer kilometervergoeding (wie daar een auto van kan rijden mag het zeggen). Dat betekent dat ik voor de meeste van dit soort zittingen (vaak meerdere per week) een vergoeding van zo’n € 60,= krijg voor een halve dag werk, waar dan nog de benzine en de parkeerkosten van af moeten. Om nog maar te zwijgen over het in stand houden van een kantoororganisatie en alle overige financiële verplichtingen die de Advocatenwet en de Nederlandse Orde van Advocaten ons opleggen.
Daarbij komt dat wij sinds de invoering van de verhoorbijstand heel veel meer werk hebben gekregen, te weten het soms dagenlang (ook buiten kantooruren en in het weekeinde) leveren van die verhoorbijstand. Je kunt die immers niet weigeren. In “gewone” strafzaken bedraagt de vergoeding daarvoor € 162, 85, ongeacht de duur van de verhoorbijstand. In de meest ernstige zaken is dat € 325,71. Daarvoor moet je in mijn geval bovendien ofwel naar Apeldoorn (53 km), Zwolle (68 km), Borne (87 km) of Doetinchem (78 km). Omdat het hier piketbijstand betreft wordt er geen reistijd vergoed en buiten je eigen ressort uitsluitend € 0.09 per kilometer. Mochten de verbalisanten na het eerste verhoor nog een paar vragen hebben, dan moet je dus wéér naar Doetinchem, Zwolle of Apeldoorn. Voor dat tweede verhoor krijg je dan helemaal niets. Ook geen reistijdvergoeding, ook geen € 0.09 per kilometer. Het komt er op neer dat wij in de piketfase vaak hele dagen werken zonder er iets voor te krijgen.
In deze opsomming heb ik al die andere werkzaamheden die niet worden vergoed nog niet eens meegenomen: contacten met de familie, het regelen van brillen, kleren, medicatie, rookwaren etc, teruggave van in beslaggenomen goederen, executiegedoe (iemand opgepakt terwijl de straf al is uitgezeten bijvoorbeeld), nawerkzaamheden, jurisprudentieonderzoek, aanvragen van toevoegingen en daarbij behorende bezwaarprocedures, peiljaarverleggingen en ga zo maar door.
Conclusie van dit hele verhaal is dat wij steeds meer en harder moeten werken en er steeds minder voor krijgen. Iedere dag probeer je je agenda zo te plooien dat het allemaal lukt. Iedere dag smeken bij de griffie, het OM, het kabinet RC of de politie of iets niet iets later of iets eerder kan worden gepland. Alles liever dan de cliënt in de steek laten. Zo zijn we immers opgevoed. De cliënt gaat voor alles. Zeker voor onszelf. Bovendien kijkt de tuchtrechter steeds kritischer mee. Daarmee is het ook kwaad kersen eten.
Rechtbanken verklaren de toename van werkdruk niet door toename van het aantal strafzaken maar door de toegenomen complexiteit van strafzaken en strafprocessen. Als dat voor rechters geldt, dan geldt dat zeker ook voor ons. Maar van alle betrokken beroepsgroepen zijn wij de enige die de afgelopen jaren gekort (!) zijn.
Ik zie op grote schaal advocaten met jeugdrecht stoppen en op de laatste jaarvergadering van de Zwolse Orde van Advocaten gingen er van de ca. 100 aanwezigen maar een paar handen de lucht in op de vraag wie er nog gefinancierde rechtshulp deed. Ik merk voor het eerst dat het aan mijn motivatie knaagt. Niet alleen dat geld, maar vooral ook het gebrek aan waardering, respect zo je wilt. Moet ik dan maar geen verhoorbijstand leveren, geen schorsingsverzoeken doen, geen bezwaar maken tegen beperkingen en ga zo maar door? Dat is mijn eer natuurlijk te na. Maar de lol gaat er wel vanaf.