Na alle debacles met bewindspersonen die door een gebrek aan opleiding en ervaring niets van hun portefeuille bleken te bakken, zou je denken dat de meeste politieke partijen daar iets van hadden geleerd. Zo niet de VVD. Ondanks voorbeelden als Halbe Zijlstra op BZ (wiens enige ervaring met buitenlandse zaken naar eigen zeggen het lezen van een buitenlandse krant was) en Frans Weekers als hoogste baas van de Belastingdienst op Financiën (wiens enige ervaring een paar jaar advocatuur was), hebben zij het goed gevonden om Sander Dekker minister van Rechtsbescherming te maken.
Dekker is bestuurskundige, geen jurist. Dat betekent in de eerste plaats dat hij niet denkt als een jurist. Een jurist heeft bij alles altijd vragen in het achterhoofd: Wat doet dit met de rechtstaat? Is er strijd met de Scheiding der Machten? Staan er mensenrechten of vrijheden op het spel? Moet de burger op dit punt tegen de overheid worden beschermd? Vragen die beantwoord moeten worden voordat bepaalde regelgeving kan worden ingevoerd. Dekker stelt die vragen niet, althans niet automatisch. Hij heeft een bestuurlijke klus gekregen en voert die als een bestuurder uit.
Daarnaast kent hij de wereld van de rechtspraak en het strafrecht niet. Dat blijkt ook doordat hij voortdurend onjuiste dingen zegt en niet luistert naar deskundigen op dit terrein, mensen die wel de opleiding en tientallen jaren ervaring hebben op het gebied van rechtspraak. Een voorbeeld hiervan is het wetsvoorstel tot aanpassing van de voorwaardelijke invrijheidstelling. Krijgt een veroordeelde nu (onder voorwaarden) 1/3 strafkorting, onder de nieuwe wet (mocht die er komen) wordt dat beperkt tot 2 jaar. Dat betekent dat voor de hoogste straffen het toezicht na het uitzitten van de gevangenisstraf met jaren wordt verkort. De Raad voor de Rechtspraak (zeg maar het bestuur van de rechterlijke macht), de Nederlandse Orde van Advocaten, de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, De Raad van State (het hoogste adviesorgaan waarin uitsluitend topjuristen zitten), diverse hoogleraren en zelfs het Fonds Slachtofferhulp (!), kortom de gehele juristerij hebben negatieve adviezen uitgebracht over dit wetsvoorstel. Desondanks heeft minister Dekker het naar de Tweede Kamer gezonden.
Wat ook niet helpt is het feit dat de minister regelmatig electorale borrelpraatjes verkoopt die onzinnig of onjuist zijn. Hij zegt steeds dat nu veroordeelden “vanzelf” of “automatisch” die 1/3 strafkorting krijgen. Dat is ver bezijden de waarheid. In de eerste plaats “vergeet” de minister te vermelden dat wie een deel van zijn straf voorwaardelijk opgelegd heeft gekregen over het onvoorwaardelijk deel geen VI krijgt. Wie zich slecht gedraagt binnen de inrichting, niet of niet tijdig terug komt van verlof, nieuwe strafbare feiten begaat tijdens de voorwaardelijke invrijheidstelling, zijn enkelband afknipt, zich niet gedraagt naar de aanwijzingen van de Reclassering of niet voldoet aan de voorwaarden die aan de voorwaardelijke invrijheidstelling (VI) worden verbonden, raakt die onherroepelijk kwijt. Het is de praktijk van alledag. Ik heb diverse cliënten die jaren en jaren langer moeten zitten vanwege de herroeping van hun VI. Overigens blijft de termijn van de VI gedurende die periode als voorwaardelijke straf boven het hoofd hangen van de veroordeelde. Dit wetsvoorstel bekort de VI (en daarmee het toezicht) van de zwaarst gestraften. De rechter zal hiermee (daartoe aangespoord door de verdediging) onherroepelijk rekening gaan houden, waardoor de hoogste straffen zullen dalen en dus netto op hetzelfde resultaat uit zullen komen. Het toezicht op deze zwaarste categorie wordt dus met maximaal 8 jaar verkort. Daarnaast zal een deel van de veroordeelden bewust hun VI opgeven omdat ze liever 2 jaar extra zitten dan aan al die voorwaarden te voldoen. Ik heb dat zelfs nu al meermalen meegemaakt. De voorwaarden worden namelijk als erg zwaar beoordeeld (enkelbanden, opname in gesloten klinieken, behandelingen, reclasseringstoezicht). Kortom: van een gratis strafkorting is nu al bepaald geen sprake.
Dan de plannen met betrekking tot de gefinancierde rechtsbijstand. We hebben de minister bij herhaling horen zeggen dat hij geen cent wil bezuinigen op de gefinancierde rechtsbijstand, maar dat hij het beschikbare bedrag wil herverdelen (laatstelijk in het interview met Nieuwsuur https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2268565-rechtsbijstand-op-de-schop-het-verzet-groeit.html ).
Waarom moet het dan allemaal anders? De minister geeft daar grofweg de volgende redenen voor:
Hij wil minder procedures, hetgeen hij wil bereiken door er onder meer voor te zorgen dat met name overheidsinstellingen geen beslissingen meer nemen waartegen de burger gaat procederen. De overheid zou meer naar de burger moeten luisteren. Denk daarbij aan uitkeringsinstanties, gemeenten e.d. Kan de minister van Rechtsbescherming ervoor zorgen dat het UWV haar taken anders gaat uitvoeren en minder beslissingen neemt die de burger onwelgevallig zijn? Volgens mij niet. Heeft de minister invloed op het vergunningenbeleid van individuele gemeenten? Volgens mij niet. Ik zie niet in hoe dit kan worden bewerkstelligd in een land waar de regeldruk alleen maar stijgt https://www.nu.nl/politiek/5701679/ruim-duizend-meer-wetten-en-regels-dan-tien-jaar-geleden.html?redirect=1 .
Minder procedures, hoe doe je dat? In het strafrecht zal dat niet gaan. De burger die met het strafrecht te maken krijgt, kiest daar niet zelf voor, maar krijgt die procedure opgedrongen. In het familierecht is mediation inmiddels meer regel dan uitzondering. Kiezen partijen er niet voor, dan worden ze er wel door de rechtbank toe gedwongen. Bovendien valt er meestal weinig te mediaten aan omgangsregelingen en het uitspreken van de echtscheiding. Dat moet nu eenmaal door de rechter geschieden. Het bestuursrecht dan? Onderdeel daarvan is het sociaal zekerheidsrecht. Dat is inmiddels zo complex geworden dat je daar zonder specialist niet ver mee komt. Het is wel van levensbelang omdat het het verschil is tussen een inkomen en geen inkomen. Met uitkeringsinstanties valt niets te overleggen. Zij vinden dat je wel of niet in aanmerking komt en dat is dat. Dat valt niet te schikken.
Dan zou het stelsel moeten veranderen omdat 23% van de mensen die een procedure hebben gevoerd niet tevreden zijn met de afloop. 23% lijkt me extreem laag. Kijkt de minister niet naar “De Rijdende Rechter”? Nadat de beslissing is gevallen is de verliezende partij meestal nog kwader dan voor de procedure. En in het strafrecht? Is de vraag of de verdachte tevreden was met de uitkomst niet een onzinnige vraag? Moet dat nu de reden zijn om de gefinancierde rechtsbijstand op de schop te nemen?
De minister wil verder dat er minder procedures komen omdat ze nu zo lang duren. Dat is nogal een drogreden. Is het de schuld van de advocatuur dat procedures nu zo lang duren of komt dat doordat de rechtspraak aan alle kanten kraakt en gebukt gaat onder structureel 40% overwerkende rechters? Is het de schuld van asieladvocaten dat de procedure bij de IND pas na meer dan een jaar begint? Is het onze schuld dat als je nu op de rol pleidooi vraagt, dat pleidooi wordt geagendeerd in februari 2020? Is het onze schuld dat een omgangsregelingsverzoek pas 6 maanden na indiening wordt behandeld en vervolgens 6-9 maanden wordt aangehouden voor een rapportje van de Raad voor de Kinderbescherming? Moeten mensen dan maar niet procederen over uitzetting naar oorlogsgebieden, hun huis uitgezet dreigen te worden of het feit dat ze bij hun kinderen worden weggehouden?
De minister wil ook minder procedures door de aanstelling van een “poortwachter” die eerst gaat bezien of een procedure in dat geval wel echt nodig is. Daar rijzen de jurist meteen de haren te berge….! Beperking van de toegang tot het recht door de overheid is in ons hoofd de eerste stap naar de dictatuur. De overheid die bepaalt of je wel tegen de overheid mag procederen (60 % van de procedures is tegen de overheid). Een echte democratie organiseert haar eigen tegenstand, beschermt de burger tegen de overheid. De bestuurskundige daarentegen slaapt rustig door, niet gehinderd door de luide alarmbellen van de rechtstaat.
Het vorige argument heeft nog een andere dimensie. Er spreekt een enorm wantrouwen uit ten opzichte van advocaten en een totale onbekendheid met het werk dat ze doen. In dat verband wordt ook steeds gezegd dat het huidige stelsel “perverse prikkels” zou bevatten die advocaten ertoe zou aanzetten maar door te procederen zonder ander doel dan het spekken van de eigen portemonnee. Ook dat is niet anders dan borrelpraat. Advocaten die zakken vol geld van criminelen zouden accepteren, die zich naast de toevoeging contant zouden laten betalen, die in Maserati’s rijden en pinkringen combineren met handgemaakte Napolitaanse pakken: het is een sprookje. Ik zie ze nooit. Als ze nog bestaan, dan is dat bovendien niet de categorie die zich bezig houdt met de gefinancierde rechtsbijstand. Integendeel: advocaten die gefinancierde rechtsbijstand verlenen cijferen zich voortdurend weg en denken in de laatste plaats aan zichzelf. Een voorbeeld:
Een paar jaar geleden werd er een minimale eigen bijdrage ingevoerd op de toevoeging van € 143,=. Dat was het bedrag dat iemand in de bijstand zelf moest betalen aan de advocaat, welk bedrag in mindering werd gebracht op diens vergoeding. € 143,= lijkt misschien niet veel, maar voor mensen die van € 75,= per week (na aftrek vaste lasten en schulden) met een heel gezin moeten leven is het een som die ze nooit tegelijk in handen hebben. De meeste advocaten die ik ken brengen dit bedrag om die reden niet of maar zelden in rekening. Daarmee 20% van de vergoeding weggevend. Desalniettemin blijven wij weggezet worden als zakkenvullers die je niet kunt vertrouwen. En dan heb ik het nog niet over de paar honderd uur per jaar aan werkzaamheden die wel uitgevoerd moeten worden, maar die niet worden vergoed.
Advocaten houden helemaal niet van onzinnige of kansloze procedures. En zeker niet als dat moet op een toevoeging. Ieder van ons adviseert in zijn/haar advocatenbestaan honderden en honderden mensen om juist niet te gaan procederen. Kansloos, te duur, onredelijk, onrechtmatig en ga zo maar door. Als de minister eens wist hoeveel nonsens wij juist bij de rechter weghouden en hoeveel problemen er door advocaten gratis of bijna gratis met 1 telefoontje worden opgelost! Daarmee is de advocatuur juist de aangewezen poortwachter! Daarbij komt dat het tuchtrecht ons verplicht een schikking te laten prevaleren boven een procedure. Tot slot levert een procedure op een toevoeging wel wat meer geld op dan een toevoeging voor een schikking of advies, maar de daarmee gemoeide tijd is vele, vele malen groter. Het uurtarief daalt in die gevallen al snel tot een paar tientjes per uur. Dat iemand een weinig kansrijke procedure begint tegen een uurtarief van een paar honderd euro kan ik mij nog enigszins voorstellen, maar over die procedures gaat het in deze discussie niet. Die vallen immers buiten het stelsel.
Dan is er de betovering door de rechtsbijstandsverzekeraars. De minister lijkt niet door te hebben dat hij door hen wordt bespeeld. Natuurlijk is het een aantrekkelijke gedachte dat de burger zelf zijn rechtsbijstandsrisico afdekt. De kosten daarvan zijn alleen vele malen hoger en de kwaliteit veelal veel lager. Bovendien heeft de verzekerde in geval van een procedure een vrije advocatenkeuze (weer zo’n lastig rechtstatelijk beginsel), waardoor de zaak dan alsnog bij de advocatuur terecht komt. De kosten van de gefinancierde rechtsbijstand bedragen per hoofd van de bevolking ca. € 25,= per jaar. Daar kan een verzekeraar echt niet tegenop. Als de burger het zelf moet regelen, zul je zien dat de mensen die vroeger on- en minvermogenden heetten zich niet zullen verzekeren en dus geen toegang tot de rechter zullen hebben.
Er zou vervolgens meer geëxperimenteerd moeten worden, bijvoorbeeld met mediation. Alsof dat niet al jaren aan de gang is! Probleem is alleen dat het met onwillige honden kwaad hazen vangen is. Mediation is het strafrecht zou prachtig zijn, maar in mijn praktijk werken de slachtoffers maar hoogst zelden mee. Ook in het civiele recht (waaronder het familierecht) wordt volop getracht de zaak te regelen met mediation. Met zeer wisselend succes. Zeker in het geval van gefinancierde rechtsbijstand. Al was het maar omdat de procespartijen in die zaken over het algemeen wat lager opgeleid zijn en wat moeilijker over hun eigen schaduw heen kunnen stappen. Dan liever een rechter die er gewoon een klap op geeft en beslist. Tot slot leent een aantal rechtsgebieden zich niet voor mediation. Zoals ik hierboven ook al zei: je komt in aanmerking voor een uitkering of vergunning of niet. Daar valt niks aan te mediaten.
Conclusie: onze hele sector wordt erg gehinderd doordat de minister geen ervaring heeft met ons werk en de zaak alleen van buitenaf beschouwt en moet varen op wat hij van zijn ambtenaren of andere derden hoort. We zullen het daarmee moeten doen. Hij kan dat ook niet helpen. Wat hij wel kan, is luisteren naar alle ketenpartners die die expertise wel hebben en zich door hen laten beïnvloeden.
Het zou bijvoorbeeld helpen als de minister ons concreet de gestelde perverse prikkels aanwijst, dan halen we die uit het systeem. Als die er echt zijn kan de advocatuur daar namelijk niet tegen zijn. Er blijft dan immers meer geld over om te verdelen over de andere toevoegingen conform de aanbevelingen van de commissie Van der Meer (het is tenslotte geen bezuinigingsoperatie). Ik heb met enig denken al een paar mogelijke oplossingen: geef de rechter de mogelijkheid de toevoeging te vernietigen als er sprake is van onzinnig of volslagen kansloos procederen (met beroepsmogelijkheid). Dan is het tenminste de rechter die achteraf en niet de overheid die vooraf beslist of een procedure wel de aangewezen weg is. In civiele zaken bestaat tenslotte ook het “eigen beursje”, waarbij de advocaat persoonlijk in de proceskosten wordt veroordeeld.
Ander voorbeeld: mochten er echt rechtsgebieden zijn waar blijkt dat de procesmogelijkheden geen echte bescherming van de burger bieden ( bijvoorbeeld omdat de burger al die procedures verliest), wijs ons die dan aan. Dan kunnen we een fundamentele discussie voeren of dat systeem het wel verdient overeind te blijven of dat we dat rechtstatelijke sausje beter af kunnen schaffen of vervangen door een systeem dat de burger wel echte bescherming biedt.
Maar bovenal: Stop met het zomaar roepen of naroepen van dingen. Blijf af van wat goed is. Stop met electorale borrelpraatjes: Het is te gevaarlijk om spelletjes te spelen met het recht en de rechtstaat. Ga het gesprek echt aan en laat u beïnvloeden. Aan verdere polarisering heeft niemand wat.