Preventie
De moorden op Derk Wiersum en Peter R. de Vries hebben er diep ingehakt in de Nederlandse maatschappij en in het wereldje van opsporing en strafrechtspleging in het bijzonder. Er lijkt iets veranderd. Alle aandacht voor de vele liquidatieprocessen dragen daar natuurlijk ook aan bij. Het beeld is ontstaan dat justitie de grip op de georganiseerde misdaad kwijt is. Het “Nederland Narcostaat” is weer niet van de lucht en om die reden schiet men in de oude reflex van “meer geld, meer bevoegdheden, meer kroongetuigen etc”.
Toch noemde PG Hofstee deze week (zij het natuurlijk in een bijzinnetje) het woord preventie, net als Hoofdofficier Michiel Zwinkels in de Telegraaf van 28 augustus. Maar hoe doe je dat in een land waar door de versnippering van het politieke landschap er maar 1 eindbaas is: Mark Rutte. Die zich heeft omringd met paladijnen die erop zijn uitgezocht om zo min mogelijk van hun departement te weten en daardoor doen wat de baas zegt. Sander Dekker op Justitie en Veiligheid is daar een schoolvoorbeeld van. De man had zero ervaring met de strafrechtspleging totdat hij er de baas van werd. In de afgelopen jaren heeft hij het hele veld van zichzelf en het ministerie vervreemd door iedereen met vage plannen tegen zich in het harnas te jagen. Plannen waarvan aan het demissionaire eind van de rit niets terecht lijkt te zijn gekomen met uitzondering van de invoering van een paar wetten waar echt iedereen (tot slachtofferhulp en de Reclassering toe) op tegen was.
Onze premier (hij is er al vaak op geciteerd) houdt niet van visie of ideologische vergezichten. Dat zijn olifanten die maar in de weg staan. Die houding wreekt zich bij het serieus werk maken van misdaadpreventie. Daarvoor is namelijk onderzoek nodig naar het hoe en waarom mensen zich tot de misdaad laten verleiden. Welke machinaties spelen daar? Wat voor beloften worden er aan welk soort mensen gedaan? Hoe verlopen dit soort carrières? Het meest pijnlijk was het wel bij de plunderingen ten tijde van de lockdown en de protesten daartegen. Rutte zei desgevraagd dat het hem geen lor interesseerde waarom iemand dit soort dingen zou doen. Je bent dus al 10 jaar de absolute eindbaas van een land en het interesseert je geen lor waarom mensen zoiets in reactie op draconische noodmaatregelen doen. Ik vind dat onbegrijpelijk.
Niet alleen sociologisch onderzoek is hard nodig, ook economisch onderzoek. Economisch? Zeker. Ik ben geen econoom (verre van dat), maar ook in de onderwereld gelden de economische wetmatigheden. Als er veel coke in beslag genomen wordt in de haven, daalt het aanbod en bij gelijkblijvende vraag stijgt dus de prijs. En dus ook het aantal winkeldiefstallen om dat te bekostigen. Nu er in de Coronatijd geen feesten en partijen waren, geen horeca en geen export en alle drugslaboratoria wel gewoon hebben doorgedraaid, is de speed en de XTC vanwege het enorme aanbod op dit moment dus juist gruwelijk goedkoop (speed € 4,= per gram en XTC € 200,= voor 1000 pillen. Iedere kleuter kan het betalen). Wat betekent dat voor de markt? En voor de concurrentie op die markt? De Taliban hebben de macht overgenomen in Afghanistan, van oudsher een enorme producent van heroïne. Moeten wij ervoor vrezen dat de markt binnenkort weer wordt overspoeld met goedkope heroïne om hun bewind te financieren? Gaan er dan weer veel mensen heroïne gebruiken? Wat doet dat met de prijs en het aanbod van andere drugs? En wat betekent dat voor de onderlinge verhouding met de coke- en speedleveranciers?
Stel we geven de productie, de handel en de verstrekking van alle soorten drugs (om ervan af te zijn) helemaal vrij. Wat doet dat met de concurrentie? En met de volksgezondheid? En hoe zit dat dan internationaal als het bij de buren gewoon wel strafbaar blijft? Hetzelfde geldt voor de arbeidsmarkt. Stel we reguleren het dmv overheidsproductie en we bannen de illegale productie en handel daardoor volledig uit (kansloos, maar stel). Wat denkt u dat degenen die tot voor kort de kost verdienden met wiet of speed dan gaan doen? Een baan zoeken of supermarkten beroven?
Moet er dan ook geen onderzoek worden gedaan waarom al die honderdduizenden al die drugs gebruiken? Is dat misschien om aan de kansloosheid en stress die in onze samenleving welig tiert te ontsnappen? En kunnen we dus niet beter onze aandacht richten op de vraagkant dan op de aanbodkant van de drugseconomie?
Er bestaan geen makkelijke oplossingen voor complexe problemen. Sommige problemen zijn ook niet op te lossen. Prima. Als dat de conclusie is van al dat onderzoek dan weten we dat tenminste en kunnen we leren om er mee om te gaan. Dat lijkt me beter dan nog meer bevoegdheden en verdere uitholling van onze rechten. Om te beginnen stel ik voor dat er een leerstoel forensische economie komt. Daar valt volgens mij erg veel van op te steken. Onderzoeksvragen zijn er genoeg.