Ons strafrecht kent een tamelijk genuanceerd systeem om te bepalen of er in een bepaalde zaak voorlopige hechtenis moet of kan worden toegepast of dat een verdachte zijn berechting in vrijheid af mag wachten. Daarbij geldt dat volgens het Europese Hof, de voorlopige hechtenis uitzondering moet zijn. In beginsel zou iedereen zijn berechting in vrijheid af moeten mogen wachten, tenzij dat echt heel onredelijk is. Dat is ook logisch, want iemand is verdachte en moet tot het tegendeel is bewezen voor onschuldig worden gehouden.
Voorts heeft het College voor de Rechten van de Mens recentelijk een en ander nog eens helder opgesomd in haar rapport van maart 2017:
- Een bevel tot voorlopige hechtenis moet gemotiveerd zijn.
- De motivering mag niet ‘algemeen en abstract’ zijn.
- Autoriteiten moeten ‘relevante en voldoende’ redenen geven voor voortzetting van de voorlopige hechtenis.
- De zwaarte van de (waarschijnlijke) straf is geen op zich zelf staande reden voor voorlopige hechtenis.
- Hoe langer de hechtenis, hoe grondiger de rechterlijke toetsing.
- De voorlopige hechtenis mag niet gebruikt worden om een verdachte zijn straf alvast te laten uitzitten.
- De rechter moet alternatieven voor hechtenis overwegen.
Het systeem komt in hoofdlijnen hier op neer: Er moeten ernstige bezwaren tegen iemand zijn (dwz een ernstige verdenking) èn er moet sprake zijn van gronden (dwz redenen om iemand vast te houden). Alleen een verdenking is dus niet genoeg. Die gronden/redenen zij bijvoorbeeld:
- Vluchtgevaar
- Het belang van het onderzoek (bijvoorbeeld het horen van getuigen zonder dat die beïnvloed worden door de verdachte)
- Bijzonder ernstige feiten (waarop 12 jaar of meer gevangenisstraf staat), die bovendien “de rechtsorde ernstig hebben geschokt”. Met andere woorden: als de samenleving niet zou begrijpen dat iemand die zo’n feit heeft gepleegd vrij komt, dan wordt hij/zij vastgehouden.
- Gevaar voor herhaling
Dit genuanceerde systeem, aangevuld met de opdracht van het Europese Hof, is de laatste jaren volledig uitgehold. Zozeer zelfs dat toepassing van de voorlopige hechtenis volkomen willekeurig is geworden en afhangt van welke rechter er vandaag zit, hoe deze in het leven staat, welke achtergrond de rechter heeft en misschien zelfs welke bui de betreffende rechter heeft. Hij of zij kan alle kanten op. Dat maakt bovendien dat Nederland het hoogste percentage voorlopig gehechten van heel Europa heeft.
Recidivegevaar bijvoorbeeld wordt door het OM steeds vaker als volgt onderbouwd:
“Aangezien verdachte (die geen strafblad heeft) de feiten op lichtvaardige wijze heeft gepleegd, ligt herhaling in de rede”. Pardon? Wat is nu erger: iets op weloverwogen, doortrapte wijze doen of iets in een opwelling doen? Volgens mij ligt herhaling juist niet in de rede vanwege de lichtvaardige wijze waarop het feit is gepleegd!
Of:
“Aangezien vermogensdelicten (diefstal, heling,verduistering) lucratief zijn, ligt herhaling in de rede”. Pardon? Dat betekent dat iedereen die voor het eerst in zijn leven een zak drop jat 17 dagen kan worden vastgehouden. Dat betekent dat er bij iedere verdenking van een vermogensdelict, hoe gering ook en ook bij een blanco strafblad, herhalingsgevaar is en iemand dus in voorlopige hechtenis kan worden genomen. Wat blijft er dan over van die opdracht van het Europese Hof dat de hoofdregel is dat een verdachte zijn/haar berechting in vrijheid mag afwachten?
Of:
“Aangezien de feiten zich hebben afgespeeld gedurende een langere tijd, ligt herhaling in de rede”. Als je dus, blanco strafblad of niet, gedurende langere tijd bijvoorbeeld iets dat verboden is onder je hebt gehad, is er herhalingsgevaar.
Ik zal het bij deze voorbeelden mbt het herhalingsgevaar laten. Er zijn er nog meer. Conclusie is dat de rechter die gaat over het al dan niet vasthouden van een verdachte (van welk simpel feit dan ook, met of zonder strafblad), dat altijd kan doen als hij of zij daar zin in heeft. Er is in alle gevallen een nietszeggende en nietsbetekenende standaardredenering voorhanden dat sprake is van recidivegevaar.
Dat geldt ook voor vluchtgevaar. Heeft iemand een huis in Frankrijk? Heeft men iemand over de tap horen zeggen dat hij wat in Spanje wil gaan doen? Heeft iemand familie in het buitenland of is iemand afkomstig uit een ander land? Vluchtgevaar! Dat diegene zijn of haar hele leven in Nederland heeft (huis, partner, kinderen, baan, onderneming) wordt gemakshalve maar even vergeten.
Dan de zogenaamde 12-jaarsgrond. Het is sinds mensenheugenis zo dat sprake moet zijn van een feit waarop maximaal 12 jaar staat èn er sprake is van een geschokte rechtsorde. Alleen dat strafmaximum van 12 jaar of meer is dus niet genoeg. Dat laatste wordt als het zo uitkomt structureel “vergeten” door de met het al dan niet opleggen van voorlopige hechtenis belaste rechter. In veel gevallen (zeker als het pogingen betreffen) is de maatschappij in het geheel niet geschokt door de feiten waar toch zo’n hoge maximumstraf op staat. Een maximumstraf die nooit wordt opgelegd.
Vervolgens is er nog de mogelijkheid van schorsing. De rechter die de voorlopige hechtenis beveelt, kan besluiten die voorlopige hechtenis te schorsen. De verdachte komt dan vrij, maar moet zich wel aan bepaalde voorwaarden houden. Worden die overtreden, dan zal het OM om opheffing van de schorsing vragen en komt de verdachte dus weer vast te zitten. Ook hier maken we geregeld willekeur mee. Wat te denken van een rechter-commissaris die op vrijdag tegen de verdachte (die nooit eerder met justitie te maken had) zegt: “Ik ga u schorsen, maar niet vandaag. Dan kunt u het weekeinde eens nadenken over wat u heeft gedaan”. Pardon? Is “Gij zult uw zonden overdenken” ook al een grond voor voorlopige hechtenis ?
Het vervelende van deze gang van zaken is dat de verdachte van een aantal van deze niet of zeer slecht gemotiveerde flutbeslissingen niet of maar beperkt in beroep kan en dus gedurende de eerste en meest ingrijpende 17 dagen is overgeleverd aan de kennelijke willekeur van 1 rechter. Daarna komt de verdachte bij de raadkamer. Daar zitten weliswaar 3 rechters, maar ook daar is het niet veel beter. Ook zij zijn eraan gewend geraakt mensen vast te houden met dit soort op niets gebaseerde gronden. Gewoon omdat het kan. Daar komt nog eens bij dat veel raadkamers in hun beslissing schrijven: “de rechtbank acht voldoende ernstige bezwaren aanwezig en verwijst voor wat betreft de gronden naar het bevel bewaring”. Het opsommen van de gronden is kennelijk al teveel moeite, laat staan het motiveren van je beslissing waarbij je je medemens 90 dagen (!) opsluit.
Ook een reactie op de door of namens de verdachte gevoerde verweren is teveel gevraagd. Ze blijven volledig onbesproken. Zo zullen we dus ook nooit weten waarom iemand vast blijft zitten terwijl hij/zij er echt uit had gemoeten. Onlangs vroeg de voorzitter van een raadkamer mij (zelfs voordat mijn cliënt was binnengebracht) of ik het kort wilde houden. Ze hadden mijn verzoek gelezen en voor lange toelichtingen was geen tijd. Het zal niemand verrassen dat mijn prachtige verzoek met tientallen pagina’s bijlagen vervolgens volledig ongemotiveerd werd afgewezen.
Het is deze willekeur die er ook toe leidt dat iemand die later 12 jaar krijgt op vrije voeten komt (land te klein, Telegraaf op de achterste benen) en iemand die 9 maanden in voorlopige hechtenis heeft gezeten uiteindelijk een lullige taakstraf krijgt (baan kwijt, huis kwijt, vrouw weg).
We zijn toe aan een nieuw en controleerbaar systeem met betrekking tot de voorlopige hechtenis. Een systeem dat recht doet aan de Rechten van de Mens en dat in gelijke gevallen tot een vergelijkbare beslissing komt.