Stelling: Voordat je kunt spreken van een eerlijk strafproces, moet de verdachte toch op zijn minst op de hoogte (kunnen) zijn van dag en uur waarop diens proces wordt gehouden en van de inhoud van de verdenking.
Je zou denken dat iedere procesdeelnemer dat erkent. Als een verdachte immers niet kan weten van verdenking en datum van berechting, kunnen we net zo goed in Noord-Korea gaan wonen.
De regels voor de uitreiking van de dagvaarding waarin dat staat zijn, grosso modo, tamelijk soepel. De dagvaarding moet in persoon worden betekend (afgegeven) of achtergelaten aan het adres waar de verdachte staat ingeschreven. Staat de verdachte nergens ingeschreven, dan moet de dagvaarding worden betekend aan de griffie van de rechtbank (volgens de Hoge Raad maakt het zelfs niet veel uit welke rechtbank), met verzending van een kopie aan het laatst bekende adres. Daarnaast zijn er nog wat ingewikkelder regeltjes voor betekening aan verdachten in het buitenland. Al met al komt het er op neer dat wie niet ingeschreven staat of niet woont waar hij of zij ingeschreven staat, kennelijk het risico van berechting bij verstek (in afwezigheid van de verdachte dus) heeft geaccepteerd. Omdat 95% van de verdachten nu eenmaal niet vanwege hun grote geleerdheid, psychische stabiliteit of de weelde waarin ze leven met het strafrecht in aanraking komt, komen betekeningsperikelen regelmatig voor. Bovendien blijkt er gek genoeg zeer regelmatig geen enkele poging door het OM te zijn gedaan om de dagvaarding uit te reiken.
Even over die griffiebetekening: dat is een volstrekte formaliteit. Ik denk niet dat er ooit een verdachte op de hoogte is geraakt van zijn of haar berechting door betekening van de dagvaarding aan de griffie. Die betekening is een volstrekt overbodig doekje voor het bloeden en kan wat mij betreft meteen worden afgeschaft. Kost alleen maar geld en moeite.
Zijn de regels voor uitreiking van de dagvaarding vrij soepel, de gevolgen van geklungel op dit gebied zijn streng: de dagvaarding wordt nietig verklaard en de betekening moet opnieuw. Volkomen logisch: iemand moet als gezegd kunnen weten wanneer hij of zij zal worden berecht en waarvan hij of zij wordt verdacht. Zo niet: Noord-Korea.
Je zou dus denken dat rechters buitengewoon gebrand zouden moeten zijn op het controleren van de geldigheid van de betekening. Begrijp me goed: de meerderheid is dat natuurlijk ook. Toch komt het regelmatig voor dat een rechter, waarschijnlijk gedreven door efficiencyoverwegingen en productienormen die controle compleet overslaat. Als er dan geen advocaat verschijnt, wordt de zaak dus gewoon “afgehamerd”. Streepje op de muur van de gerechtelijke productiestatistiek en klaar. De arme verdachte heeft in dat geval geen enkele kans gehad zich te verdedigen of te laten verdedigen.
Zo ook op de ochtend dat ik dit stukje schreef. Nota bene bij een Gerechtshof, dat toch geacht wordt de fouten van de rechtbank te verbeteren en geacht wordt te bestaan uit de meest ervaren en getalenteerde rechters. Zij moeten immers hun licht laten schijnen over het werk van hun vakbroeders en zusters. Na het vonnis van de rechtbank had ik op verzoek van de cliënt het beroep ingesteld. Om die reden had ik, zoals het hoort, een kopie van de dagvaarding ontvangen en was ik dus ter zitting aanwezig. Omdat ik geen contact meer had kunnen krijgen met mijn cliënt (een destijds dakloze en ernstig verslaafde man), was ik alleen niet, zoals dat heet, bepaaldelijk gemachtigd om de verdediging te voeren. In dat geval heeft de raadsman, behoudens het verzoeken om aanhouding, geen enkel recht. Zelfs niet om zich uit te laten over de geldigheid van de betekening.
Nadat ik de voorzitter had gemeld niet bepaaldelijk gemachtigd te zijn, gaf deze direct het woord aan de Advocaat Generaal voor het requisitoir (het formuleren van de eis). Die stond meteen op. Hoewel dat dus eigenlijk niet mag, onderbrak ik met het verzoek de geldigheid van de dagvaarding te controleren. Daaruit bleek vervolgens dat de dagvaarding niet geldig was betekend en werd deze nietig verklaard. Was ik niet aanwezig geweest (zoals in duizenden zaken geen advocaat aanwezig is), was mijn cliënt binnen 3 minuten conform eis veroordeeld geweest. Zonder dat hij had geweten van dag en uur van de behandeling. Drie Raadsheren waarvan er twee al minstens tien, maar waarschijnlijk twintig jaar in dat Hof zitten, stappen zonder een seconde na te denken over het meest fundamentele beginsel van het strafrecht heen! En als het nu de eerste keer was, dan zou ik ook denken dat ze waarschijnlijk hun dag niet hadden of zo. Kan gebeuren. Wij zien het echter voortdurend gebeuren en horen het ook met grote regelmaat van collega’s. Dat kan zo niet blijven.
Ik stel voor dat alle gerechten hun rechters (voor 95% ten overvloede) met klem wijzen op de dringende noodzaak van een minutieuze controle van de betekening van de dagvaarding. Daarnaast stel ik voor dat de griffiebetekening zsm wordt afgeschaft en dat daarvoor in de plaats een voor iedereen toegankelijke website in het leven wordt geroepen waarop iedereen die weet dat hij niet of ergens anders staat ingeschreven, dakloos of vertrokken naar het buitenland is, op naam kan controleren of er wellicht een dagvaarding is uitgebracht. Met je DigID zou je die dan gemakkelijk kunnen downloaden. Privacy geen enkel probleem (alleen een naam zichtbaar voor iedereen, niet de inhoud van de dagvaarding en als je dat niet wilt, moet je maar ingeschreven staan). Omdat ook daklozen en verslaafden redelijk gemakkelijk toegang hebben tot internet (de bieb!), ontstaat daardoor voor vrijwel iedereen een reële mogelijkheid op de hoogte te raken van de behandeling van je strafzaak. Ook als je een ongeregeld leven leidt.
Strafrecht is geen serie van ambtelijke handelingen met als resultaat een streepje op de muur. Strafrecht grijpt diep in in het persoonlijk leven van de burger. Ook als deze door persoonlijke narigheid een wat ongeorganiseerd leven leidt.