Vandaag wederom een tamelijk luidruchtig stuk in de Krant van Wakker Nederland over het feit dat het aantal gevallen waarin iemand een enkelband doorknipt en “er vandoor gaat” in het afgelopen jaar zou zijn verdubbeld. Kamerleden over de flip, de minister naar de kamer geroepen… Dat beeld behoeft aanvulling en nuancering.
In de eerste plaats zou er een begrijpelijke reden kunnen zijn voor de toename. Als het aantal enkelbandjes bijvoorbeeld is verdubbeld, is er dus helemaal geen trend te onderscheiden. Bovendien zijn er verschillende enkelbandjes die in verschillende situaties en onder verschillende voorwaarden worden opgelegd. Zonder die info zegt het enkele getal dus helemaal niets. Bovendien schijn t het volgens de Reclassering maar in 2 % van de gevallen mis te gaan. 65 x op 3350 enkelbandjes vind ik erg laag.
In de tweede plaats zou er een stevigere enkelband moeten komen. Dat lijkt me onzin. Alles kan kapot.
In de derde plaats is van belang dat de band bij afknippen direct een alarmsignaal afgeeft, waardoor er dus meteen gezocht kan worden naar de betreffende drager.
In de vierde plaats vermeldt het artikel niet dat aan het doorknippen van een enkelband doorgaans zware consequenties verbonden zijn. Het betekent vrijwel altijd het einde aan het zogenaamde penitentiaire programma (het laatste deel van de straf dat aan “het enkelbandje” kan worden doorgebracht) en in gevallen waarbij de straf langer was dan 12 maanden, het einde van de Vervroegde Invrijheidstelling. Als iemand bijvoorbeeld 6 jaar opgelegd heeft gekregen, hoeft hij er daar immers maar 4 jaar van te zitten. Aan die 2 jaar “korting” worden tegenwoordig (anders dan nog niet zo lang geleden) serieuze voorwaarden verbonden. Bijvoorbeeld contact met de Reclassering, verplichte behandeling, al dan niet in een kliniek, gebieds- of contactverboden en, jawel, een enkelband. Ook aan die enkelband zitten nogal wat regeltjes. Hoe laat je thuis moet zijn, waar je moet verblijven, of je wel of niet de stad in mag, of je wel of niet mag drinken en ga zo maar door. Het is een groot misverstand dat iemand met een enkelband gewoon met een biertje bij moeders op de bank zit.
De ervaring leert dat het dus onbegrijpelijk stom is om een enkelband af te knippen. Het levert (in sommige gevallen jarenlange) extra gevangenisstraf op, vaak in een strenger regime als waar men zat, met disciplinaire sancties als plaatsing in een strafcel, intrekken verlof, e.d. Daarnaast kan er worden vervolgd wegens vernieling.
Onvermijdelijk zal vorenstaande als Pavlovreactie de discussie over de vervroegde invrijheidstelling opnieuw op gang brengen (zucht…). Om die voor te zijn het volgende:
De regeling van de Vervroegde Invrijheidstelling zorgt er voor dat een gedetineerde na zijn of haar gevangenisstraf van langere duur niet zomaar ineens in de maatschappij verdwijnt. Als gezegd: er worden steeds zwaardere voorwaarden aan verbonden. Jarenlange reclasseringscontacten en verplichte behandelingen e.d. Die voorwaarden beogen recidive te voorkomen en de maatschappij ook na het einde van de opgelegde straf te blijven beveiligen tegen de betreffende veroordeelde. Ook kan men dardoor een oogje houden op hoe het met iemand gaat. Gebruikt hij of zij (weer)? Heeft hij of zij wel een woning? Met wie gaat hij om? Daardoor kan er tijdig worden ingegrepen. In mijn praktijk zie ik met grote regelmaat dat de VI geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken omdat met ofwel niet akkoord gaat met die voorwaarden, ofwel zich er niet aan houdt. Dat betekent in vrijwel alle gevallen het einde van de VI. “Dan zit ik het wel uit”. Daar is niemand overigens bij gebaat.
Rechters houden bij de oplegging van gevangenisstraffen rekening met de Vervroegde Invrijheidstelling. Als die zou worden afgeschaft (de Hemel verhoede het), zullen de straffen zeker dalen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van de Bezorgde Burger…..